Rasmus Munk maakt eten klaar. Dat doet hij volgens de keurders van Michelin zodanig, dat ze hem twee sterren toekennen, en dat ís wat in de wereld van de haute cuisine. Hij liet in Kopenhagen voor miljoenen een pakhuis verbouwen tot de Alchemist. Daar biedt hij een ‘holistisch ervaring’ in de vorm van een vijftig gangen lang, vier tot zes uur durend eetfestijn waarbij de bezoeker bijvoorbeeld bloemen van een net echte mensentong van siliconen likt; een exquise gerechtje in de vorm van een oogbal naar binnen slurpt, en kabeljauwtongetjes van een satéstokje nibbelt. Vijftig keer een hapje, het ene nog vernieuwender dan het andere. Genuttigd onder een kunstmatige sterrenhemel, in een neonverlichte ruimte vol graffiti of een ruimte voor dessert en digestief in jaren twintig stijl. Dertig koks werken zich het laatste sterretje uit de lucht voor maximaal vierenveertig mensen per dag. Kosten beginnen bij 900 euro per persoon, en lopen op tot 2000 euro, waarvoor je dan bij de hapjes een superdeluxe wijnarrangement krijgt, exclusieve bubbels en een digestief.
Bij elk gerecht hoort een verhaal; chef Rasmus heeft visie. En maatschappijkritiek. De bezoeker die zich komt laven aan zijn extravagantie, moet ook een beetje ethisch ontwricht worden. Het mag schuren!
Zo serveert hij kippenpoten in een kooi van dezelfde grootte als de ruimte die de kip had toen het dier nog leefde. De kippenpoten zien er echt uit, maar zijn dat natuurlijk niet. Alleen arme mensen dineren met echte kippentenen. De variant van Rasmus is gemaakt van uitgebeende kippenvleugels, gevuld met kip soufflé en geglazuurd met iets van kreeft en teriyaki saus. Op het menu staat ook een regenboogijsje in de vorm van een zeepaardje. Zeepaardjes zijn biseksueel. Rasmus snijdt zo in één hap het thema homoseksualiteit aan. Hij serveert een chocolade doodskistje, om de fijnproever bewust te maken van de uitbuiting van kinderen bij het produceren van cacaobonen.
Voor Rasmus is dit nog niet visionair en maatschappijkritisch genoeg. Hij wil hogerop. Met kunst- en vliegwerk. Als het aan hem ligt, kunnen vanaf 2025 zes consumenten in een ruimteballon op dertig kilometer hoogte een hoogstaand culinair vorkje prikken. Rasmus, die de wereld wil ‘verbeteren’, streeft ernaar met zijn ruimtediner het sensationele inzicht te onderstrepen dat voedsel de rode draad is in het menselijk bestaan. En eten terwijl je naar de kromming van de aarde kijkt, vindt hij hartstikke betekenisvol. Maar dat is niet het enige, Rasmus hoopt ook een discussie op gang te brengen over de rol van de mens bij het vernietigen van de natuur en de bescherming ervan. En zoals we van astronauten weten, is een blik vanuit de ruimte op die kwetsbare planeet die we bewonen een louterende ervaring die het besef dat we de aarde moeten beschermen losmaakt.
Zes uur fine dining in een luxe ruimteballon met uitzicht op de kromming van de aarde kost 500.000 dollar. Mij lijkt het dat als je 500.000 dollar uitgeeft om zes uur in een ballon in de stratosfeer lekker holistisch te gaan zitten tafelen, je niet door – ik noem maar wat – eiwitbiscuitjes in de vorm van een uitgemergelde baby voor je neus gezet te krijgen in zo’n chocolade doodskistje van Rasmus, plotseling het licht gaat zien met betrekking tot de honger en uitbuiting in de wereld. Of dat je plotseling de aarde wil gaan beschermen. Zicht op die kromming of niet.
Is er nou niets tegen zo’n plan van sterrenchef Rasmus te doen? Een petitie? Heel veel tomatensoep tegen de ruimteballon? Een boycot? Een wetsvoorstel? Een aanklacht wegens verregaand cynisme? Gewoon domweg verbieden wegens liederlijke verspilzucht?