Naar Duits voorbeeld

Je zou, in je onschuld, kunnen denken dat Duitsland vanuit haar verleden een ereschuld heeft met betrekking tot het voorkomen van genocide, élke genocide. En daarom voorop zou lopen bij het tot stand brengen van een rechtvaardige vrede in Palestina. Vanuit de post-kolonialistische en post-nazistische grondgedachte dat alle mensen gelijkwaardig zijn, en dat uitsluiten van bevolkingsgroepen altijd de eerste stap is naar geweld en toenemend lijden.
Je zou verwachten dat er door de Duitse overheid hartstochtelijk gepleit zou worden voor één staat in Palestina – from the river to the sea – waar joden en niet-joden, Palestijnen en Arabieren van alle gezindten in vrijheid democratisch met elkaar kunnen leven. Dat, in herinnering aan de euforie bij de val van de Berlijnse Muur, afbraak van de muren in het ‘heilige land’ speerpunt zou zijn van het Duitse beleid, omdat vereniging van wat kunstmatig werd gescheiden nastrevenswaardig is.
Maar onschuld is niet meer van deze tijd. Dus wat Duitsland biedt is onvoorwaardelijke steun – in woord en daad – voor wat Israël na de aanval van Hamas op 7 oktober aan het aanrichten is in Gaza en in de West Bank. Steun voor het ‘eindspel’ na decennia bezetting. Omdat vanwege de Holocaust kritiek op Israël in Duitsland taboe is.
Wat ertoe leidt dat in dit ‘conflict’ alleen joden erkenning krijgen als slachtoffer, dat alleen joden recht hebben op een eigen staat, dat alleen Israël recht heeft op zelfverdediging tegen terreur. Dat je antisemiet bent als je daar het recht van de Palestijnen naast zet. Dat je antisemiet bent als je vraagtekens zet bij de wijze waarop Israël haar ‘recht op zelfverdediging’ vormgeeft. Dat je antisemiet bent als je from the river to the sea niet ziet als een ontkenning van het bestaansrecht van Israël, maar als een oproep tot een éénstaatoplossing waarbij joden en Palestijnen gelijkwaardig kunnen samenleven, omdat ook de Israëliërs nu niet vrij zijn.
Wat geboden wordt zijn verboden. Inperking van het demonstratierecht. Beperking van het laten wapperen van Palestijnse vlaggen tijdens demonstraties. Geen keffiyeh mogen dragen op school in Berlijn, want polariserend. Dat je de verantwoordelijkheid moet erkennen om joods leven te beschermen als voorwaarde voor naturalisatie.
Een cancel culture tegen ‘de Palestijnse stem’ en haar supporters.

Caroline van der Plas ziet de manier waarop Duitsland zich opstelt tegen het antisemitisme wel zitten. Ze vindt dat wij daar wat van kunnen leren.
Populisten houden door de bank genomen wel van verbieden, zeker als het om meningen of uitingen van tegenstanders gaat. En kijken we naar de wijze waarop veel partijen in de Tweede Kamer zich recentelijk hebben uitgelaten over de onaanvaardbare toename van jodenhaat in Nederland, is het niet denkbeeldig dat Caroline niet alleen staat in het afkijken bij Duitsland.
Deze dagen spitst het debat zich toe op het beteugelen van het toenemend antisemitisme, waarbij het begrip in de hitte van de verontwaardiging zo wordt opgerekt, dat zo’n beetje iedereen die het niet eens is met het onversneden pro-Israël standpunt dat door de huidige demissionaire regering en de formerende partijen wordt uitgedragen voor antisemiet kan worden uitgemaakt. Demonstranten worden weggezet als Hamasvriendjes, verheerlijkers van geweld, of op zijn best als mensen die wegkijken als het om de Israëlische slachtoffers en de gijzelaars gaat. Het demonstratierecht moet derhalve opnieuw bekeken worden. De Tweede Kamer wil gaan bepalen welke vlag mag wapperen en welke niet. Welke leus mag en welke niet. Waar je binnen gezichts- en gehoorsafstand mag demonsteren, en waar niet. Hoe je doden mag herdenken, en hoe niet.

Antisemitisme ligt ook hier te lande gevoelig, en dat is niet zo gek, gezien het verleden van Nederland. Toch zou er een lans te breken zijn voor het zien van antisemitisme als een vorm van racisme, want dat is het, en het geen uitzonderingspositie te geven ten opzichte van bijvoorbeeld homohaat, vrouwenhaat, moslimhaat. Haat tegen een groep om de vermeende identiteit en overtuigingen van die groep is altijd kwalijk. Of het nou om joden gaat, om Marokkanen, om Eritreeërs, Jemenieten, Syriërs, en ‘noem maar op’.
Daar hebben we al afdoende strafrechtelijke maatregelen voor. Maar dat is blijkbaar niet genoeg.
Als het aan Caroline en collega’s ligt, zullen, omwille van de tijdgeest en met een oneigenlijk beroep op antisemitisme, verdere maatregelen genomen worden met betrekking tot wat toelaatbaar is bij ‘pro-Palestina’ demonstraties, welke leuzen geoorloofd zijn, welke demonstraties worden toegestaan, en waar.
En daarmee wordt de tijd rijp gemaakt om eens verder te grasduinen in wat ‘in ons land’ toelaatbaar wordt geacht. Dan wordt er gekeken naar klimaatactivisten, naar dierenrechtenactivisten, naar antiracisten, naar alle activisten die zich niet willen schikken naar de nieuwe orde die Wilders, Van der Plas, Yesilgöz, Omtzigt en hun medestanders aan het optuigen zijn.

delen kan:
onpost_follow
Share