Onbetamelijk

Casper Veldkamp, de minister van Buitenlandse Zaken, de man van de stille diplomatie, van druk op Israël achter de schermen, is uit de kast! Hij zal Francesca Albanese niet ontvangen, ook niet achter gesloten deuren. Zij heeft namelijk onbetamelijke uitspraken gedaan. Dixit de man die deel uitmaakt van een coalitie met PVV, BBB en VVD, die beleid maken vooral ziet als een wedstrijdje wie het verst gaat in het oprekken van de grenzen. Veldkamp vindt het blijkbaar wel door de beugel kunnen om Palestijnen een nep-volk te noemen, of mensen die een andere mening hebben als tuig van de richel te bestempelen. Ook samenwerken met een partij die mensen met een ander geloof hyena’s uit zandbaklanden noemt is voor hem acceptabel. Hij schuift elke week blijmoedig aan bij een ministerraad die wordt voorgezeten door een marionet van Geert, zodat die zijn handen vrij heeft om lekker los te speechen bij de neonazi’s in Spanje. Maar VN rapporteur Albanese ontvangen, dat gaat Veldkamp te ver, want zij deed onbetamelijke uitspraken over Israël.

Francesca Albanese is de door de Verenigde Naties benoemde speciale rapporteur voor de Palestijnse gebieden. Het is haar taak te rapporteren wat er in de Palestijnse gebieden gaande is. En zij windt daar geen doekjes om. Haar komst naar Nederland roept weerstand op. Vette koppen in de Telegraaf, oneliners zonder bewijs op X. De SGP die de antisemitisme trom roert. Het kan niet op. 
Albanese zegt, op basis van nauwkeurig en goed onderbouwd onderzoek, dat Israël een genocide aan het plegen is op de Palestijnen, met hulp van eerst Biden en nu Trump en de slippendragers van de macht in Den Haag. En dat is ‘omstreden’.
Dat de weigering Albanese aan te horen een sneer is naar het internationaal recht krijgt niet genoeg aandacht. Zo wordt opnieuw duidelijk dat de VN een instrument is van de machtigen in plaats van een vertegenwoordiging van volken op basis van gedeelde rechten en plichten. 

In de Haagse haast om elke kritiek op Israël te bestempelen als antisemitisme vinden de politici een enthousiaste bondgenoot in het CIDI – het Centrum Informatie en Documentatie Israel. Of is het andersom: vindt het CIDI als verlengstuk van Israël een willige bondgenoot in Tweede kamer en Vak K? 
CIDI, de zelfverklaarde verdediger van het joodse en Israëlische belang heeft een gegarandeerde plek aan tafel in Den Haag.
Dat CIDI denkt: wat pro-Palestijnse betogers kunnen, dat kunnen wij ook! Zij rukten uit tegen Herzog, wij rukken uit tegen Albanese. Let maar eens op.

Demonstreren is een basisrecht, en daarom moet er plaats zijn voor elke zeloot en dilettant die een mening wil uiten, maar laten we de twee protesten eens vergelijken:
de demonstratie tegen de aanwezigheid van Herzog bij de opening van het Holocaustmuseum was gericht tegen precies dat: de aanwezigheid bij een plechtig moment in ons land van de hoogste vertegenwoordiger van een regime dat bezig is een volk van hun land te verdrijven, met grof geweld. De mensen die er toen als de kippen bij waren om het protest als het vuilste antisemitisme neer te zetten, ageren nu tegen Albanese.
Die Holocaustoverlevende opa met kleinkind die langs schreeuwende mensen moest lopen! De verontwaardiging kwam als stoom uit de oren. Toegegeven, een prettige aanblik bood het kleine incident voor niemand, maar het was absoluut niet exemplarisch voor de sfeer en de aard van de demonstratie.
De medeplichtigheid van Herzog aan een volkerenmoord bleek geen obstakel om hem met egards te ontvangen. Hij is een bevriend staatshoofd, en als die op bezoek is geeft het volgens hedendaagse Haagse mores geen pas om voor mensenrechten te demonstreren, zeker niet als we de doden van een andere genocide herdenken. Dat die doden zo misbruikt worden voor een valse politieke agenda nemen we op de koop toe.


Dan het protest tegen Albanese. Zij is een vertegenwoordiger van de Verenigde Naties. Zij brengt verslag uit van haar bevindingen  op basis van diepgaand onderzoek, vele getuigenverklaringen en op basis van haar brede kennis van het internationaal recht. Zij rapporteert niet haar mening. Zij rapporteert niet wat zij denkt te kunnen hebben waargenomen. Zij staaft haar beweringen met gecheckte feiten. Dat zij daarbij harde woorden gebruikt is een weerspiegeling van de harde feiten die zij rapporteert. Daar mag je het niet mee eens zijn, maar dan dien je haar beweringen met goed onderbouwde betogen en geverifieerde feiten te weerleggen. Je mag desgewenst ook bij een kerk waar ze optreedt gaan staan met een Israëlische vlag. Maar op hoog niveau bezwijken voor de druk van de zelfverklaarde filosemieten van (extreem)rechts is slapjanus gedrag, waardoor we mogen aannemen dat ook achter gesloten deuren geen deuk in een pakje diplomatieke boter wordt geslagen. 


Onbetamelijk is net doen of je als partij staat voor staatsrecht en goed bestuur, en dan met PVV en BBB gaan regeren. Onbetamelijk is een uitnodiging aan een VN representant intrekken op basis van een bedenkelijke politieke agenda. Onbetamelijk is om rechtmatige kritiek op Israël af te doen als antisemitisme; om een genocide op alle fronten te ondersteunen. Dat is lelijk, onrechtvaardig en laf.

Ontwaakt! Strijdliedje voor lange dagen

Kom, wrijf de slaap uit je ogen,
haal je handen door je haar,
we moeten protesteren,
de rapen zijn al bijna gaar.

Kom, sluit je aan,
het is nog niet beslecht,
we kunnen ons nog verweren,
we hebben nog het recht.

Kom, verzet heeft vele vormen,
blijf trouw aan eigen normen
schrijf een brief, zing een lied,
laat je niet gijzelen door je verdriet.

Bevrijd een varken, doe iets wat de rust verstoort,
plak je aan het asfalt, blokkeer een deur of poort,
zet een larie verkondigende spreker in zijn hemd,
maakt het overduidelijk: we zijn nog niet getemd.

Laat je niet inperken door de zucht naar orde,
of door een onrechtvaardige wet,
sluit je aan,
kom in verzet!

De Hardwerkende Nederlander

Hier ben ik dan: de Hardwerkende Nederlander
ik hoor hier thuis zoals geen ander
want ik ben blank en groot en stoer en sterk
dikke ikke denken is mijn handelsmerk

En eindelijk verandert er wat in Den Haag
na die links liberale sof, en na die Kaag
die wokie woke gekte is zo goed als voorbij
dankzij Dilan en haar partij

Zij zette de deur open naar wat wij echt willen
geen mafklappende lefties meer met hun eco-grillen
geen gelukzoekers, geen langharige cultuurmarxisten
alleen nog nuttige migranten en zeker geen genderfetishisten

Wij trekken met Geert en Dilan hand in hand
al zingend en stampend door het vaderland
Caroline en Joost paraderen met ons mee
net als Stoffer van de altijd gewillige SGP

Wij zetten een ondoordringbaar imaginair hek
tussen de Hardwerkende Nederlander en de drek
dat ongewassen volkje dat maar demonstreert
en zonder scrupules op onze belastingcenten teert

dat tuig dat hier alleen is om te profiteren
moet het voor eens en altijd leren:
Nederland wordt weer van de echte Nederlander
mits die kan werken als geen ander.

Veilig, onvrij en monddood

Afgelopen week (23 januari) debatteerde de Tweede Kamer over de veiligheid op Nederlandse Universiteiten.
Eerdmans (JA21) vroeg het debat aan naar aanleiding van de ongeregeldheden bij de kampementen die studenten in mei vorig jaar uit protest tegen het heftige geweld in Gaza hadden opgericht. Een groep door gezichtsbedekking onherkenbare jongeren vloog toen uit de bocht, sloegen de boel kort en klein en richtten naar het schijnt voor ruim 4 miljoen schade aan.
Over dat ‘reltuig’, (Caroline van der Plas), zijn de debatterenden het roerend met elkaar eens. Vernielingen aanrichten in je eigen – of andermans – faculteit geeft geen pas en brengt geen enkele oplossing dichterbij. Er wordt stoer gedaan over ‘keihard’ optreden en het ‘reltuig’ laten opdraaien voor de kosten, maar verder blijft het bij herhalen dat gezichtsbedekking moet worden verboden op universiteiten.
Het debat gaat verder vooral over het gevoel van onveiligheid van studenten aan universiteiten. Pro-Trumpers en klimaatkritische studenten hebben het zwaar, zegt Eerdmans, maar voelen ‘studenten met een Joodse en Israëlische achtergrond’ voelen zich onveilig. ‘Het wokespook waart door onze klaslokalen’, stelt hij.
Hij beroept zich daarbij op een manifest van dertien studenten van de Radboud Universiteit dat oproept tot actie tegen antisemitisme. En op een onderzoek van Sapir en Kluveld, dat ‘laat zien dat antisemitische vijandigheid op de universiteit een blijvend probleem is. Meer dan 63 % van de Joodse studenten geeft aan zich onveilig te voelen.’
Er gaat een schokgolfje door de Kamer, 63 procent! Dat is nogal wat.
Caroline van der Plas haakt gretig aan. Ze vindt de veiligheid op Nederlandse universiteiten ‘dramatisch’ en de onderzoeksresultaten van Sapir en Kluveld ‘schokkend’. De ‘meerderheid voelt zich in gevaar’, zegt ze, ‘het is om je kapot te schamen… Het afgelopen jaar leken de Nederlandse universiteiten soms de bakermat van opkomend antisemitisme in ons land.’
Mevrouw Martens-America (VVD) spreekt zelfs letterlijk voor de bühne: ‘Ik ben inderdaad snoeihard. Er zitten namelijk allemaal mensen op de tribune die meekijken en die al een jaar intimidatie ervaren.’

Een van de mensen op de tribune, rabbijn Yanki Jacobs, wordt speciaal welkom geheten door voorzitter Gidi Markuszover. Jacobs hield op 28 november bij de Stopera een toespraak tijdens de antisemitisme manifestatie die een pro-Israël demonstratie bleek. In de toespraak roemde hij de inzet van de niet-joodse student Milos Boksan, die in zijn eentje de komst van Mohammed Khatib, de Europese coördinator van Samidoun, naar de Radboud Universiteit had weten tegen te houden. Milos Boksan is de drijvende kracht achter het manifest van Radboud studenten waar in het debat herhaaldelijk naar wordt verwezen. Niemand vermeldt dat Boksan ook een jong en ambitieus VVD’er is. Maar er bestaat dus de mogelijkheid dat hij het hete hangijzer van het antisemitisme oppakt om zijn eigen politieke profiel te promoten. Op zich niet erg, maar wees er duidelijk over.

Dogukan Ergin van DENK roeit als enige tegen de verontwaardiging in door ook de gevoelens van onveiligheid bij pro-Palestijnse demonstranten te benoemen. Dat komt hem duur te staan. Eerdmans twijfelt aan zijn vermogen de waarheid te onderkennen. Van der Plas stelt dat dreigen met een rechtszaak, zoals de Hebrew University doet richting het NIAS, geen dreigen is. Dreigen, dat is dreigen met fysiek geweld: ‘ik ga jou doodmaken’, zegt ze. Eerder in het debat sprak Caroline over ‘concrete bedreigingen’ van studenten aan de universiteit. Ik denk dat ze de zinsnede op het manifest van Boksan: ‘Iemand zei oprecht in staat te zijn een Israëlische medestudent zijn kop af te hakken’, letterlijk heeft genomen. Ze vindt het tenslotte ook lastig om onderscheid te maken tussen een soapserie en de realiteit.

Chris Stoffer (SGP) weet te melden dat rabbi Jacobs op de tribune ‘er ook echt joods uitziet’, zonder te beseffen dat dit eigenlijk een antisemitische opmerking is. Hij is ook vol lof over opperrabijn Binyomin Jacobs (de vader van Yanki). Opperrabbijn Jacobs, die tijdens een pro-Israel manifestatie op de Dam pro-Palestijnse demonstranten gelijkstelt aan de vijf procent Nederlanders die tijdens WOII de vijand actief steunden. Stoffer was erbij op de Dam, en ziet zo’n uitspraak weer niet als haatzaaien. Hij is dan ook ‘honderd procent pro-Israël’. En dat is voor hem uiteraard geen verheerlijking van geweld of genocide.
Ook de PVV, bij monde van Van der Hoeff, doet een duit in het zakje: afgelopen jaar, ‘een jaar waarin antisemitisme, antisemitische- en pro-Hamas-sentimenten door de Nederlandse campussen en de gangen van bezette faculteiten echoden, bleef het oorverdovend stil over de meest elementaire zaak: de veiligheid van onze student.’
Niet dat het werkelijk stil was, maar luisteren hoort nou eenmaal niet tot de  kernkwaliteiten van de PVV.
‘De geweldsverheerlijking’, gaat hij verder ‘en de pure jodenhaatlijkheden zijn aan de orde van de dag. Maar … we hoeven niet slaafs de meest luid brullende actiegroepen aan universiteiten te volgen. Het kan anders’.
Hoe, dat laat zich raden: studenten bij overtreding van de fatsoensnormen van de PVV van de universiteit wegsturen en als je buitenlander bent: het land uitzetten. Behalve als je Israeli bent, want dan ben je geen ‘buitenlander’.

Minister Bruins lijkt in dit debat bijna de stem van de redelijkheid. Hij vindt vrijheid van meningsuiting een groot goed, als het maar de juiste mening is die wordt verkondigd (al zegt hij dat er niet bij). Ook mag je van de minister kritiek hebben op het beleid van Israël. Toch maakt ook hij zich zorgen. Daarom is er een taskforce ingesteld voor de bestrijding van antisemitisme. En moet er een goed functionerend meldpunt komen waar joodse studenten begrip vinden voor hun specifieke gevoel van onveiligheid. ‘Koosjer’, moet dat meldpunt zijn, want nu zijn vertrouwenspersonen niet altijd goed uitgerust om antisemitisme te herkennen.
Herkennen van antisemitisme is, mede met dank aan de Tweede Kamer, ingewikkelder geworden. Veel van de sprekers in het debat hebben niet in de gaten dat je krachtig uitspreken voor de rechten van Palestijnen, tegen beleid van Israël of de gedragingen van het IDF, niet één op één gelijk te stellen is met ‘jodenhaat’. Om te lachen wordt het wanneer Van der Hoeff (PVV) zich verslikt in de woorden ‘fuck Israël’. Woorden die hij liever niet in de mond neemt. En dat ‘fuck Israël’ wordt geroepen door iemand die lesgeeft! Hij krijgt er ademnood van.

Minister Bruins meldt over het steeds aangehaalde onderzoek van Sapir en Kluveld, als enige dat het volgens de schrijvers zelf geen representatief onderzoek is, ‘maar een opsomming van zeer zorgwekkende casussen’. Evenwel ‘bloedt zijn hart’ als hij het leest. ‘Het is schrijnend, het is vreselijk, het is walgelijk.’

Tijd om het onderzoek nader te bestuderen.
Op 16 instellingen van hoger onderwijs zijn vragenlijsten met open vragen ingevuld door 165 respondenten. Die respondenten zijn aangezocht met hulp van het na 7 oktober 2023 door Chaim Benistant en Danielle van Lijf opgerichte Joods Academisch netwerk (OCNL/Studeerveilig).
Rekrutering ging via sociale mediaplatforms verbonden aan het Centraal Joods Overleg, het CIDI, de Nationale Joodse studentenorganisatie IJAR en Standwithus Nederland.
Nu staat het iedereen vrij van alles te onderzoeken, maar een beetje wetenschapper zorgt ervoor dat zijn onderzoek niet al aan de voorkant blijk geeft van vooringenomenheid. Waarom zijn niet ook organisaties als Erev Rav, de Liberale Joodse Gemeente of Een Ander Joods Geluid betrokken bij het rekruteren van respondenten? Dat verzuim maak je niet goed door te vermelden dat je niet pretendeert dat je onderzoek representatief is.
Ook is het moeilijk een ‘gevoel’ te objectiveren als er geen controlegroep is waar je je bevindingen tegen af kunt zetten. In dit geval dus een groep niet-joodse en niet-Israelische buitenlandse studenten die je bevraagt op hun gevoel van (on)veiligheid.
Het ‘onderzoek’ is feitelijk een opsomming van ‘ervaringen’ zonder context waarin die ervaringen zijn opgedaan, uitgedrukt in procenten. Met die percentages zijn de Kamerleden gretig aan het zwaaien geslagen.

Door de hijgende toon van het debat lijkt het of elke joodse student voor zijn leven moet vrezen bij het betreden van een onderwijsinstelling, dat er woeste horden met maskers voor rondlopen op zoek naar zionisten om ze hun kop af te hakken.
Uiteraard is het niet de bedoeling dat studenten zich onveilig voelen op hun faculteit. Het is altijd goed om aandacht te vragen voor antisemitisme en ervaren onveiligheid. Maar ik krijg bij een deel van onze volksvertegenwoordigers het ‘gevoel’ dat ze als een hond naar een verstopt bot de hele tuin omwoelen op zoek naar antisemitisme. En dat is kwalijk, want door rijp en groen bijeen te harken jagen de volksvertegenwoordigers mensen angst aan, en laten zij joodse studenten die werkelijk geïntimideerd worden omdat ze joods zijn jammerlijk in de steek.
Misschien is het een goed idee om onze volksvertegenwoordigers eraan te herinneren dat ook joodse studenten individuen zijn, met meningen, inzichten, (politieke) voorkeuren en achtergronden, en dat het géén goed idee is om hen constant weg te zetten als ‘groep’, ‘gemeenschap’, bedreigde soort.

In de rapportage is een grafiekje (zie afbeelding onder de tekst) opgenomen met de ‘subjectieve gevoeligheden’ ervaren door de respondenten. Daaronder vallen als oorzaken van het onveilige gevoel: intimidatie, haat, lastiggevallen worden en (sociale) uitsluiting. Maar ook: ‘anti-Israël en antizionistische uitspraken en toespraken’ (de meeste respondenten noemden dit als basis voor hun gevoel van onveiligheid, zeggen de onderzoekers); ‘Israël beschuldigen van genocide, bloedvergieten, etnische zuivering, apartheid en terrorisme’; ‘het oproepen tot BDS’; ‘desinformatie’; ‘het oproepen om samenwerking met Israëlische instellingen te beëindigen’; ‘het uitstallen van Palestijnse symbolen’; ‘Israël ervan beschuldigen de Holocaust te instrumentaliseren’; en de leus ‘From the river to the sea’, volgens de onderzoekers vaak geïnterpreteerd als een oproep om Israël van de kaart te vegen.

Als je pro-Israël bent zijn al die dingen niet leuk om te horen, maar zonder context zijn ze niet zomaar te duiden als voedingsbodem voor vijandigheid, als haatspraak of als uiting van antisemitisme. Dat Tweede Kamerleden van met name JA21, BBB, PVV en in toenemende mate ook de VVD de pro-Palestijnse ‘gevoelens’ op universiteiten willen framen als antisemitisme, dient hun politieke agenda, namelijk het monddood maken van mensen wiens mening hen niet bevalt, die spreken over mensenrechten voor alle mensen, joden, Israëli en Palestijnen, die het beleid van de staat Israël niet onvoorwaardelijk steunen en die de Nederlandse regering aanklagen voor hun onophoudelijke hulp aan een genocidaal regime.

Tijdens het debat ontstaat ook rumoer over het gebrek aan bereidheid melding te maken van incidenten, het gebrek aan actie door universiteiten en het achterblijven van aangiften. Dat kan misschien verklaard worden door het simpele gegeven dat een universiteit weinig generieks kan ondernemen op basis van gekwetste gevoelens van een enkele student, behalve die student ondersteuning aanbieden, in de vorm van counseling, een assertiviteitstraining of een workshop zelfvertrouwen.
Dat volgens de onderzoekers ‘de problemen vaak naar voren komen door het politieke discours en de sociale dynamiek op de campus en een sfeer van vijandigheid tegenover Joodse en Israëlische individuen’, moet uiteraard bespreekbaar gemaakt worden.
Daarbij moet niet vergeten worden dat het een groot goed is om je te kunnen uitspreken, ook als daarmee medestudenten voor het hoofd worden gestoten. Dat je joods bent, of Israëli, daar heb je weinig over te zeggen, dat krijg je mee. Maar over je mening ga je zelf. Het kan bedreigend zijn als je mening afwijkt van die van je studiegenoten, maar leren je mening met argumenten te onderbouwen en te scherpen in debat is een van de doelen van universitair onderwijs.
Dat proces verstoren door alles wat kritisch is op het beleid van Israël, en mensen die er niet voor kiezen Israël onvoorwaardelijk te steunen als antisemiet weg te zetten, is niet alleen kwalijk, maar ook destructief voor het academische klimaat.
Waarbij de grens, ik zag het nog maar een keer, ligt bij (fysieke) bedreiging en intimidatie. Dat spreekt vanzelf.

O, James, where art thou?

Ligt het aan mij of gaat Elon Musk werkelijk met de minuut meer op een real life James Bond villain lijken, zelfde megalomane grijns, psychopatische blik in de ogen en de voor enige menselijkheid immune algemene uitstraling. En dan heb ik het nog niet eens over de verdere gestoordheid die zich uit op aan krankzinnige spasmen gelijkende sprongetjes en dansjes die zijn fascistische hondenfluitjes moeten maskeren. Waar is James als je hem nodig hebt?

(de collage komt uit de Gutmensch scheurkalender, 28 mei 2023)

“America First – God Bless America”

Fotocollage: BK©2025

Hoop, lef en trots

Niet lang geleden zei iemand in mijn werkomgeving tegen mij: ‘als het bestuurlijk anders besloten wordt, dan heb jij dat als ambtenaar gewoon uit te voeren.’ Nou ging het in dit geval over een pietluttig dingetje waar geen bloed uit vloeit, en ging het uiteindelijk gewoon zoals voorgesteld, maar ik schoot vanaf mijn kantoorstoel toch direct de ruimte in waar volgzaamheid medeplichtigheid wordt, en waar het als positief gezien wordt werktuigelijk uit te voeren wat van hogerhand beslist wordt. Neutraliteit, wordt dat genoemd.
In Myanmar, waar ik tussen 2011 en 2018 werkte als trainer burgerschap en democratisering, werden destijds voorzichtige stappen naar een vrijere samenleving gezet, tot het leger in 2021 opnieuw de macht greep, kwam het begrip civil servants tijdens de trainingen regelmatig ter sprake. Dan werd gevraagd: ja maar, die ambtenaar kan die vergunning toch wel even geven? Hij kan die stempel toch zetten? Hij weet dat ik daar recht op heb. Hij kan toch gewoon helpen?
En ik maar uitleggen dat een ambtenaar gebonden is aan het uitvoeren van het door de regering en/of volksvertegenwoordiging bepaalde beleid, dat hij niet gewoon maar mag doen wat hem goeddunkt, maar zich aan wetten en regels moet houden.
Al redenerend kwamen we in Myanmar tot de conclusie dat het leuk en aardig klinkt, neutrale ambtenaren, maar dat neutraliteit een goed functionerend politiek systeem vereist, met gegarandeerde macht en tegenmacht en een volksvertegenwoordiging die zich ook daadwerkelijk van zijn vertegenwoordigende taak kan kwijten.
Maar als dat niet zo is? Als het systeem gedomineerd wordt door een door eigenbelang gedreven autocratische elite? Moet men deze dan gehoorzamen alsof ze een geldig mandaat hebben? Of door mesjogge types die goedgekapt maar doordieselen zonder acht te slaan op uitvoerbaarheid, laat staan wenselijkheid? Wat als de wetten zelf onrechtvaardig zijn? Moet je onrechtvaardige wetten uitvoeren, of is het je plicht om onrechtvaardigheid aan de kaak te stellen? Wat als het beleid regelrecht tegen de wet of de internationale rechtsorde ingaat?
In Myanmar bedachten we een campagne onder de slogan: ‘we hebben rechtvaardige wetten nodig’. In Myanmar was het dapper om zo’n campagne te voeren, want ondanks dat er een parlement zetelde in de hoofdstad Naypyitaw, was de macht van de militairen – en daarmee de dreiging van represailles bij elke vorm van verzet – overal voelbaar en aanwezig.
Maar in Myanmar was ook duidelijk dat het leger en aan het leger gelieerde grote graaiers de regering in hun zak hadden, en daarmee werd die regering in beginsel onrechtmatig, en protest bittere noodzaak.

In Nederland, waar je niet hoeft te vrezen opgepakt te worden en met harde middelen verhoord te worden, is het ironisch genoeg ook dapper om je als ambtenaar uit te spreken tegen het beleid. Want voor je het weet zit je in het verdomhoekje, en word je bestempeld als linkse dilettant die de verkiezingsuitslag niet respecteert. Als vrouw ben je al gauw emotioneel, te betrokken of hysterisch als je oorlogsmisdaden van een bevriende natie wilt agenderen.
Wij hebben in principe een democratisch systeem, wij hebben een systeem van ‘teugels en tegenwicht’. Nederland is een gerespecteerd lid van de internationale gemeenschap. En toch gaan we nu onderzoeken waar de morele ondergrens ligt: wanneer mogen ambtenaren beleid niet uitvoeren? Anders geformuleerd: wanneer is zwijgend je plicht doen niet langer neutraal, maar wordt het onprofessioneel, gemakzuchtig, lafhartig of medeplichtig. De politiek filosofe Hannah Arendt meent zelfs – vrij vertaald – dat het stoppen met zelf nadenken en gedachteloos uitvoeren wat je wordt opgedragen, de wortel van het kwaad is.
Nu we opgescheept zitten met een regering van meelopers, dwazen en kwaadaardigen, die zonder blikken of blozen een genocide faciliteren, mogen we god op onze blote knietjes danken voor de ambtenaren die allang weten waar de morele ondergrens ligt. En die al een jaar lang elke week hun stem laten horen in protest tegen het beleid van de regering ten opzichte van Israël.
En eindelijk, eindelijk, op 7 januari 2025, na een jaar lang volhouden dat er wetten en regels zijn die niet geschonden mogen worden door de politieke waan van de dag, vinden ze gehoor bij de programmadirecteur ‘Dialoog en Ethiek’, die zich publiekelijk aanbiedt een dialoog over de morele ondergrens te faciliteren. Met de betrokken ministers en de minister-president. En een vertegenwoordiging van de ambtenaren die zich uitspraken toen het moeilijk was.
Het wachten is nu op het antwoord van de regering. Als die nou lef toont, houden wij de hoop en misschien, heel misschien is er dan binnenkort weer reden voor enige trots.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: Z

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter Z.

Zelfontplooiing
Wij Nederlanders leren een leven lang. Wij zijn nooit klaar, wij zijn nooit af. Wij ontplooien ons van wieg tot graf. Het gaat er niet om dat we een overdaad aan kennis opdoen, maar dat we al ons potentieel verwezenlijken. Dus we moeten voortdurend op zoek naar verborgen talenten. Nieuwe ontdekkingen doen, innerlijke dan wel uitwendige bronnen aanboren, hobby’s uitproberen en er een gezond verenigingsleven op na houden. Meestal worden we zo moe van de gedachte alleen al dat we avond aan avond op de bank aan het netflixen zijn.

Zeiken
Lang, aanhoudend en vervelend over iets alsmaar doorgaan. Een van de favoriete bezigheden van de Nederlander. Ook: zaniken, zeuren, zuigen, klagen, kwijlen, kloten, mekkeren, mieren(neuken), donderjagen, klieren, zieken, drammen, jengelen, kankeren, zemelen, dreinen, kutkammen (ja, echt, sorry…) kwezelen, zagen, emmeren, temen. En omdat onze taal zo rijk is, kan zeiken ook urineren betekenen, maar dat gebuikt je alleen tegen vrienden in de kroeg of als je van nature grofgebekt bent.

Zakkenvuller
Pas op. Bij het woord zakkenvuller ben je misschien geneigd te denken aan representanten van het grootkapitaal of belastingontduikers, maar wij reserveren dit woord voor mensen, meestal mannen, die de publieke zaak dienen en meningen verkondigen waar we het niet mee eens zijn. Ook wel: plucheplakker, lid van het kartel, of, in extreme variant: dienaar van de reptielen die de wereld in het geheim besturen.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: Y

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter Y.

Y
De Y slaan we over, want we hebben niet veel woorden die beginnen met een Y die iets zeggen over onze normen en waarden. Yoghurt is zure melk, yoga is wel lekker maar niet inheems, en om nou over Yesilgoz te beginnen… Maar toch: laat haar een voorbeeld zijn van hoe het ook kan: integreren. Kijk naar haar, hoe ze haar hoofd scheef houdt als een verwend Goois meisje, hoe ze bijna zonder stemverheffing vals uit de hoek kan komen, hoe ze zich als een Jeanne d’Arc opwerpt ter bescherming van onze waarden en normen. Menig echte Nederlander kan daar een voorbeeld aan nemen! Petje af voor Dilan, zij flikt het gewoon.