Vive la République!

Dit jaar levert de verjaardag van Willem-Alexander Claus George Ferdinand, koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, jonkheer van Amsberg, ons niet eens een extra vrije dag op, en is er dus echt helemaal niets aan het koningschap dat nog een beetje van nut is.
De feestelijkheden rond de verjaardag van de vorst zijn, het brood-en-spelen in de dorpskernen op het platteland daargelaten, verworden tot een commercieel circus waar tieners riedeltjes fluiten of violen voor geld, bakfietsmoeders cupcakes verkopen voor 2,50 per stuk; dito vaders passanten tegen betaling eieren laten gooien tegen het hoofd van hun beste vriend, buurtbiebjes worden leeggeroofd om de boeken ter verkoop aan te bieden en kinderen hun afgedankte speelgoed jengelend aan de man proberen te brengen. Vanaf elk plein klinkt bonkende pokkeherrie, de binnenstad ligt bezaaid met lege plastic bierbekers en rond een uur of vier lijkt iedereen op zijn minst aangeschoten.
Al dagen van tevoren worden de ‘beste’ verkoopplekken op straat gemarkeerd met tape en het woord ‘bezet’, of afgezet met rood en wit crime-scene lint. Overal worden oranje tompoezen, oranje donuts, oranje limonade of oranjebitter aangeprezen; worden oranje bretels, brillen en kroontjes uitgevent, en grossiert de HEMA en elke vintage winkel in oranje uitdossingen, van nepveren boa’s tot slobpakken en paraplus. Er is online een Hoezee Koningsdagpakket XL te koop, met koningsbier, koningscava, koninginnenpopcorn, oranjechips en Willie’s notenmix. Thuis geleverd in feestelijk oranje doos, zodat je zonder inspanning je dag oranje etend en drinkend voor de buis kan doorbrengen, want die doos moet leeg, dat spreekt vanzelf.
De jarige zelf moet in een of ander gehucht tegen wil en dank gaan haringhappen, wc-potwerpen, kleffe handen schudden, naar lullige liedjes luisteren en saaie toneelstukjes kijken, en doen alsof hij het naar zijn zin heeft, terwijl zijn zich doodvervelende gezin zich achter hem voortsleept. Feestje zonder vertier voor een extreem rijk man op kosten van ‘zijn’ volk, dat wél belasting betaald.

Na de Napoleontische tijd werd gewezen veldheer Willem Frederik in 1815 de eerste koning van Nederland: Willem I. Hij voerde de naam Van Oranje, want hij was van ver nog wel familie, en met de naam Oranje hadden de Nederlanden, vanwege die andere Willem, een historische band. Een aantal generaties later hebben we met Willem-Alexander het zoveelste door erfopvolging aangestelde staatshoofd, en is geen enkele wet geldig zonder dat zijn handtekening erop staat. En dat terwijl de minister-president, en niet de koning zelf, verantwoordelijkheid draagt voor zijn handelen. Wat in de moderne tijd toch licht achterlijk overkomt. En het past ook niet in een democratie, een ongekozen staatshoofd van niet onbesproken komaf, getrouwd met een dito vrouw. Maar zet er een kroon op, noem haar koningin en hele volksstammen vallen in katzwijm. De schoonfamilie van het staatshoofd is na wat geharrewar gewoon ook welkom.

We kunnen als volk als we dat zo graag willen best één keer per jaar op straat feesten in onzinnige uitdossingen, met een vrijmarkt en met ontregeld treinverkeer van en naar Amsterdam. Daar hebben we geen koning voor nodig. Elke dag kan worden uitverkoren, en dan noemen we het iets als ‘hoera voor ons’ dag, of ‘eigen volk eerst’ dag, of een andere verbindende naam.

En een staatshoofd? Laten we dat gewoon kiezen, zoals het een moderne democratie betaamt.


Fotocollage: Merde à tous!
George Ferdinand Frobenius-Kreplin (©frobenius)

 

delen kan:
onpost_follow
Share