Onbetamelijk

Casper Veldkamp, de minister van Buitenlandse Zaken, de man van de stille diplomatie, van druk op Israël achter de schermen, is uit de kast! Hij zal Francesca Albanese niet ontvangen, ook niet achter gesloten deuren. Zij heeft namelijk onbetamelijke uitspraken gedaan. Dixit de man die deel uitmaakt van een coalitie met PVV, BBB en VVD, die beleid maken vooral ziet als een wedstrijdje wie het verst gaat in het oprekken van de grenzen. Veldkamp vindt het blijkbaar wel door de beugel kunnen om Palestijnen een nep-volk te noemen, of mensen die een andere mening hebben als tuig van de richel te bestempelen. Ook samenwerken met een partij die mensen met een ander geloof hyena’s uit zandbaklanden noemt is voor hem acceptabel. Hij schuift elke week blijmoedig aan bij een ministerraad die wordt voorgezeten door een marionet van Geert, zodat die zijn handen vrij heeft om lekker los te speechen bij de neonazi’s in Spanje. Maar VN rapporteur Albanese ontvangen, dat gaat Veldkamp te ver, want zij deed onbetamelijke uitspraken over Israël.

Francesca Albanese is de door de Verenigde Naties benoemde speciale rapporteur voor de Palestijnse gebieden. Het is haar taak te rapporteren wat er in de Palestijnse gebieden gaande is. En zij windt daar geen doekjes om. Haar komst naar Nederland roept weerstand op. Vette koppen in de Telegraaf, oneliners zonder bewijs op X. De SGP die de antisemitisme trom roert. Het kan niet op. 
Albanese zegt, op basis van nauwkeurig en goed onderbouwd onderzoek, dat Israël een genocide aan het plegen is op de Palestijnen, met hulp van eerst Biden en nu Trump en de slippendragers van de macht in Den Haag. En dat is ‘omstreden’.
Dat de weigering Albanese aan te horen een sneer is naar het internationaal recht krijgt niet genoeg aandacht. Zo wordt opnieuw duidelijk dat de VN een instrument is van de machtigen in plaats van een vertegenwoordiging van volken op basis van gedeelde rechten en plichten. 

In de Haagse haast om elke kritiek op Israël te bestempelen als antisemitisme vinden de politici een enthousiaste bondgenoot in het CIDI – het Centrum Informatie en Documentatie Israel. Of is het andersom: vindt het CIDI als verlengstuk van Israël een willige bondgenoot in Tweede kamer en Vak K? 
CIDI, de zelfverklaarde verdediger van het joodse en Israëlische belang heeft een gegarandeerde plek aan tafel in Den Haag.
Dat CIDI denkt: wat pro-Palestijnse betogers kunnen, dat kunnen wij ook! Zij rukten uit tegen Herzog, wij rukken uit tegen Albanese. Let maar eens op.

Demonstreren is een basisrecht, en daarom moet er plaats zijn voor elke zeloot en dilettant die een mening wil uiten, maar laten we de twee protesten eens vergelijken:
de demonstratie tegen de aanwezigheid van Herzog bij de opening van het Holocaustmuseum was gericht tegen precies dat: de aanwezigheid bij een plechtig moment in ons land van de hoogste vertegenwoordiger van een regime dat bezig is een volk van hun land te verdrijven, met grof geweld. De mensen die er toen als de kippen bij waren om het protest als het vuilste antisemitisme neer te zetten, ageren nu tegen Albanese.
Die Holocaustoverlevende opa met kleinkind die langs schreeuwende mensen moest lopen! De verontwaardiging kwam als stoom uit de oren. Toegegeven, een prettige aanblik bood het kleine incident voor niemand, maar het was absoluut niet exemplarisch voor de sfeer en de aard van de demonstratie.
De medeplichtigheid van Herzog aan een volkerenmoord bleek geen obstakel om hem met egards te ontvangen. Hij is een bevriend staatshoofd, en als die op bezoek is geeft het volgens hedendaagse Haagse mores geen pas om voor mensenrechten te demonstreren, zeker niet als we de doden van een andere genocide herdenken. Dat die doden zo misbruikt worden voor een valse politieke agenda nemen we op de koop toe.


Dan het protest tegen Albanese. Zij is een vertegenwoordiger van de Verenigde Naties. Zij brengt verslag uit van haar bevindingen  op basis van diepgaand onderzoek, vele getuigenverklaringen en op basis van haar brede kennis van het internationaal recht. Zij rapporteert niet haar mening. Zij rapporteert niet wat zij denkt te kunnen hebben waargenomen. Zij staaft haar beweringen met gecheckte feiten. Dat zij daarbij harde woorden gebruikt is een weerspiegeling van de harde feiten die zij rapporteert. Daar mag je het niet mee eens zijn, maar dan dien je haar beweringen met goed onderbouwde betogen en geverifieerde feiten te weerleggen. Je mag desgewenst ook bij een kerk waar ze optreedt gaan staan met een Israëlische vlag. Maar op hoog niveau bezwijken voor de druk van de zelfverklaarde filosemieten van (extreem)rechts is slapjanus gedrag, waardoor we mogen aannemen dat ook achter gesloten deuren geen deuk in een pakje diplomatieke boter wordt geslagen. 


Onbetamelijk is net doen of je als partij staat voor staatsrecht en goed bestuur, en dan met PVV en BBB gaan regeren. Onbetamelijk is een uitnodiging aan een VN representant intrekken op basis van een bedenkelijke politieke agenda. Onbetamelijk is om rechtmatige kritiek op Israël af te doen als antisemitisme; om een genocide op alle fronten te ondersteunen. Dat is lelijk, onrechtvaardig en laf.

Ontwaakt! Strijdliedje voor lange dagen

Kom, wrijf de slaap uit je ogen,
haal je handen door je haar,
we moeten protesteren,
de rapen zijn al bijna gaar.

Kom, sluit je aan,
het is nog niet beslecht,
we kunnen ons nog verweren,
we hebben nog het recht.

Kom, verzet heeft vele vormen,
blijf trouw aan eigen normen
schrijf een brief, zing een lied,
laat je niet gijzelen door je verdriet.

Bevrijd een varken, doe iets wat de rust verstoort,
plak je aan het asfalt, blokkeer een deur of poort,
zet een larie verkondigende spreker in zijn hemd,
maakt het overduidelijk: we zijn nog niet getemd.

Laat je niet inperken door de zucht naar orde,
of door een onrechtvaardige wet,
sluit je aan,
kom in verzet!

Veilig, onvrij en monddood

Afgelopen week (23 januari) debatteerde de Tweede Kamer over de veiligheid op Nederlandse Universiteiten.
Eerdmans (JA21) vroeg het debat aan naar aanleiding van de ongeregeldheden bij de kampementen die studenten in mei vorig jaar uit protest tegen het heftige geweld in Gaza hadden opgericht. Een groep door gezichtsbedekking onherkenbare jongeren vloog toen uit de bocht, sloegen de boel kort en klein en richtten naar het schijnt voor ruim 4 miljoen schade aan.
Over dat ‘reltuig’, (Caroline van der Plas), zijn de debatterenden het roerend met elkaar eens. Vernielingen aanrichten in je eigen – of andermans – faculteit geeft geen pas en brengt geen enkele oplossing dichterbij. Er wordt stoer gedaan over ‘keihard’ optreden en het ‘reltuig’ laten opdraaien voor de kosten, maar verder blijft het bij herhalen dat gezichtsbedekking moet worden verboden op universiteiten.
Het debat gaat verder vooral over het gevoel van onveiligheid van studenten aan universiteiten. Pro-Trumpers en klimaatkritische studenten hebben het zwaar, zegt Eerdmans, maar voelen ‘studenten met een Joodse en Israëlische achtergrond’ voelen zich onveilig. ‘Het wokespook waart door onze klaslokalen’, stelt hij.
Hij beroept zich daarbij op een manifest van dertien studenten van de Radboud Universiteit dat oproept tot actie tegen antisemitisme. En op een onderzoek van Sapir en Kluveld, dat ‘laat zien dat antisemitische vijandigheid op de universiteit een blijvend probleem is. Meer dan 63 % van de Joodse studenten geeft aan zich onveilig te voelen.’
Er gaat een schokgolfje door de Kamer, 63 procent! Dat is nogal wat.
Caroline van der Plas haakt gretig aan. Ze vindt de veiligheid op Nederlandse universiteiten ‘dramatisch’ en de onderzoeksresultaten van Sapir en Kluveld ‘schokkend’. De ‘meerderheid voelt zich in gevaar’, zegt ze, ‘het is om je kapot te schamen… Het afgelopen jaar leken de Nederlandse universiteiten soms de bakermat van opkomend antisemitisme in ons land.’
Mevrouw Martens-America (VVD) spreekt zelfs letterlijk voor de bühne: ‘Ik ben inderdaad snoeihard. Er zitten namelijk allemaal mensen op de tribune die meekijken en die al een jaar intimidatie ervaren.’

Een van de mensen op de tribune, rabbijn Yanki Jacobs, wordt speciaal welkom geheten door voorzitter Gidi Markuszover. Jacobs hield op 28 november bij de Stopera een toespraak tijdens de antisemitisme manifestatie die een pro-Israël demonstratie bleek. In de toespraak roemde hij de inzet van de niet-joodse student Milos Boksan, die in zijn eentje de komst van Mohammed Khatib, de Europese coördinator van Samidoun, naar de Radboud Universiteit had weten tegen te houden. Milos Boksan is de drijvende kracht achter het manifest van Radboud studenten waar in het debat herhaaldelijk naar wordt verwezen. Niemand vermeldt dat Boksan ook een jong en ambitieus VVD’er is. Maar er bestaat dus de mogelijkheid dat hij het hete hangijzer van het antisemitisme oppakt om zijn eigen politieke profiel te promoten. Op zich niet erg, maar wees er duidelijk over.

Dogukan Ergin van DENK roeit als enige tegen de verontwaardiging in door ook de gevoelens van onveiligheid bij pro-Palestijnse demonstranten te benoemen. Dat komt hem duur te staan. Eerdmans twijfelt aan zijn vermogen de waarheid te onderkennen. Van der Plas stelt dat dreigen met een rechtszaak, zoals de Hebrew University doet richting het NIAS, geen dreigen is. Dreigen, dat is dreigen met fysiek geweld: ‘ik ga jou doodmaken’, zegt ze. Eerder in het debat sprak Caroline over ‘concrete bedreigingen’ van studenten aan de universiteit. Ik denk dat ze de zinsnede op het manifest van Boksan: ‘Iemand zei oprecht in staat te zijn een Israëlische medestudent zijn kop af te hakken’, letterlijk heeft genomen. Ze vindt het tenslotte ook lastig om onderscheid te maken tussen een soapserie en de realiteit.

Chris Stoffer (SGP) weet te melden dat rabbi Jacobs op de tribune ‘er ook echt joods uitziet’, zonder te beseffen dat dit eigenlijk een antisemitische opmerking is. Hij is ook vol lof over opperrabijn Binyomin Jacobs (de vader van Yanki). Opperrabbijn Jacobs, die tijdens een pro-Israel manifestatie op de Dam pro-Palestijnse demonstranten gelijkstelt aan de vijf procent Nederlanders die tijdens WOII de vijand actief steunden. Stoffer was erbij op de Dam, en ziet zo’n uitspraak weer niet als haatzaaien. Hij is dan ook ‘honderd procent pro-Israël’. En dat is voor hem uiteraard geen verheerlijking van geweld of genocide.
Ook de PVV, bij monde van Van der Hoeff, doet een duit in het zakje: afgelopen jaar, ‘een jaar waarin antisemitisme, antisemitische- en pro-Hamas-sentimenten door de Nederlandse campussen en de gangen van bezette faculteiten echoden, bleef het oorverdovend stil over de meest elementaire zaak: de veiligheid van onze student.’
Niet dat het werkelijk stil was, maar luisteren hoort nou eenmaal niet tot de  kernkwaliteiten van de PVV.
‘De geweldsverheerlijking’, gaat hij verder ‘en de pure jodenhaatlijkheden zijn aan de orde van de dag. Maar … we hoeven niet slaafs de meest luid brullende actiegroepen aan universiteiten te volgen. Het kan anders’.
Hoe, dat laat zich raden: studenten bij overtreding van de fatsoensnormen van de PVV van de universiteit wegsturen en als je buitenlander bent: het land uitzetten. Behalve als je Israeli bent, want dan ben je geen ‘buitenlander’.

Minister Bruins lijkt in dit debat bijna de stem van de redelijkheid. Hij vindt vrijheid van meningsuiting een groot goed, als het maar de juiste mening is die wordt verkondigd (al zegt hij dat er niet bij). Ook mag je van de minister kritiek hebben op het beleid van Israël. Toch maakt ook hij zich zorgen. Daarom is er een taskforce ingesteld voor de bestrijding van antisemitisme. En moet er een goed functionerend meldpunt komen waar joodse studenten begrip vinden voor hun specifieke gevoel van onveiligheid. ‘Koosjer’, moet dat meldpunt zijn, want nu zijn vertrouwenspersonen niet altijd goed uitgerust om antisemitisme te herkennen.
Herkennen van antisemitisme is, mede met dank aan de Tweede Kamer, ingewikkelder geworden. Veel van de sprekers in het debat hebben niet in de gaten dat je krachtig uitspreken voor de rechten van Palestijnen, tegen beleid van Israël of de gedragingen van het IDF, niet één op één gelijk te stellen is met ‘jodenhaat’. Om te lachen wordt het wanneer Van der Hoeff (PVV) zich verslikt in de woorden ‘fuck Israël’. Woorden die hij liever niet in de mond neemt. En dat ‘fuck Israël’ wordt geroepen door iemand die lesgeeft! Hij krijgt er ademnood van.

Minister Bruins meldt over het steeds aangehaalde onderzoek van Sapir en Kluveld, als enige dat het volgens de schrijvers zelf geen representatief onderzoek is, ‘maar een opsomming van zeer zorgwekkende casussen’. Evenwel ‘bloedt zijn hart’ als hij het leest. ‘Het is schrijnend, het is vreselijk, het is walgelijk.’

Tijd om het onderzoek nader te bestuderen.
Op 16 instellingen van hoger onderwijs zijn vragenlijsten met open vragen ingevuld door 165 respondenten. Die respondenten zijn aangezocht met hulp van het na 7 oktober 2023 door Chaim Benistant en Danielle van Lijf opgerichte Joods Academisch netwerk (OCNL/Studeerveilig).
Rekrutering ging via sociale mediaplatforms verbonden aan het Centraal Joods Overleg, het CIDI, de Nationale Joodse studentenorganisatie IJAR en Standwithus Nederland.
Nu staat het iedereen vrij van alles te onderzoeken, maar een beetje wetenschapper zorgt ervoor dat zijn onderzoek niet al aan de voorkant blijk geeft van vooringenomenheid. Waarom zijn niet ook organisaties als Erev Rav, de Liberale Joodse Gemeente of Een Ander Joods Geluid betrokken bij het rekruteren van respondenten? Dat verzuim maak je niet goed door te vermelden dat je niet pretendeert dat je onderzoek representatief is.
Ook is het moeilijk een ‘gevoel’ te objectiveren als er geen controlegroep is waar je je bevindingen tegen af kunt zetten. In dit geval dus een groep niet-joodse en niet-Israelische buitenlandse studenten die je bevraagt op hun gevoel van (on)veiligheid.
Het ‘onderzoek’ is feitelijk een opsomming van ‘ervaringen’ zonder context waarin die ervaringen zijn opgedaan, uitgedrukt in procenten. Met die percentages zijn de Kamerleden gretig aan het zwaaien geslagen.

Door de hijgende toon van het debat lijkt het of elke joodse student voor zijn leven moet vrezen bij het betreden van een onderwijsinstelling, dat er woeste horden met maskers voor rondlopen op zoek naar zionisten om ze hun kop af te hakken.
Uiteraard is het niet de bedoeling dat studenten zich onveilig voelen op hun faculteit. Het is altijd goed om aandacht te vragen voor antisemitisme en ervaren onveiligheid. Maar ik krijg bij een deel van onze volksvertegenwoordigers het ‘gevoel’ dat ze als een hond naar een verstopt bot de hele tuin omwoelen op zoek naar antisemitisme. En dat is kwalijk, want door rijp en groen bijeen te harken jagen de volksvertegenwoordigers mensen angst aan, en laten zij joodse studenten die werkelijk geïntimideerd worden omdat ze joods zijn jammerlijk in de steek.
Misschien is het een goed idee om onze volksvertegenwoordigers eraan te herinneren dat ook joodse studenten individuen zijn, met meningen, inzichten, (politieke) voorkeuren en achtergronden, en dat het géén goed idee is om hen constant weg te zetten als ‘groep’, ‘gemeenschap’, bedreigde soort.

In de rapportage is een grafiekje (zie afbeelding onder de tekst) opgenomen met de ‘subjectieve gevoeligheden’ ervaren door de respondenten. Daaronder vallen als oorzaken van het onveilige gevoel: intimidatie, haat, lastiggevallen worden en (sociale) uitsluiting. Maar ook: ‘anti-Israël en antizionistische uitspraken en toespraken’ (de meeste respondenten noemden dit als basis voor hun gevoel van onveiligheid, zeggen de onderzoekers); ‘Israël beschuldigen van genocide, bloedvergieten, etnische zuivering, apartheid en terrorisme’; ‘het oproepen tot BDS’; ‘desinformatie’; ‘het oproepen om samenwerking met Israëlische instellingen te beëindigen’; ‘het uitstallen van Palestijnse symbolen’; ‘Israël ervan beschuldigen de Holocaust te instrumentaliseren’; en de leus ‘From the river to the sea’, volgens de onderzoekers vaak geïnterpreteerd als een oproep om Israël van de kaart te vegen.

Als je pro-Israël bent zijn al die dingen niet leuk om te horen, maar zonder context zijn ze niet zomaar te duiden als voedingsbodem voor vijandigheid, als haatspraak of als uiting van antisemitisme. Dat Tweede Kamerleden van met name JA21, BBB, PVV en in toenemende mate ook de VVD de pro-Palestijnse ‘gevoelens’ op universiteiten willen framen als antisemitisme, dient hun politieke agenda, namelijk het monddood maken van mensen wiens mening hen niet bevalt, die spreken over mensenrechten voor alle mensen, joden, Israëli en Palestijnen, die het beleid van de staat Israël niet onvoorwaardelijk steunen en die de Nederlandse regering aanklagen voor hun onophoudelijke hulp aan een genocidaal regime.

Tijdens het debat ontstaat ook rumoer over het gebrek aan bereidheid melding te maken van incidenten, het gebrek aan actie door universiteiten en het achterblijven van aangiften. Dat kan misschien verklaard worden door het simpele gegeven dat een universiteit weinig generieks kan ondernemen op basis van gekwetste gevoelens van een enkele student, behalve die student ondersteuning aanbieden, in de vorm van counseling, een assertiviteitstraining of een workshop zelfvertrouwen.
Dat volgens de onderzoekers ‘de problemen vaak naar voren komen door het politieke discours en de sociale dynamiek op de campus en een sfeer van vijandigheid tegenover Joodse en Israëlische individuen’, moet uiteraard bespreekbaar gemaakt worden.
Daarbij moet niet vergeten worden dat het een groot goed is om je te kunnen uitspreken, ook als daarmee medestudenten voor het hoofd worden gestoten. Dat je joods bent, of Israëli, daar heb je weinig over te zeggen, dat krijg je mee. Maar over je mening ga je zelf. Het kan bedreigend zijn als je mening afwijkt van die van je studiegenoten, maar leren je mening met argumenten te onderbouwen en te scherpen in debat is een van de doelen van universitair onderwijs.
Dat proces verstoren door alles wat kritisch is op het beleid van Israël, en mensen die er niet voor kiezen Israël onvoorwaardelijk te steunen als antisemiet weg te zetten, is niet alleen kwalijk, maar ook destructief voor het academische klimaat.
Waarbij de grens, ik zag het nog maar een keer, ligt bij (fysieke) bedreiging en intimidatie. Dat spreekt vanzelf.

O, James, where art thou?

Ligt het aan mij of gaat Elon Musk werkelijk met de minuut meer op een real life James Bond villain lijken, zelfde megalomane grijns, psychopatische blik in de ogen en de voor enige menselijkheid immune algemene uitstraling. En dan heb ik het nog niet eens over de verdere gestoordheid die zich uit op aan krankzinnige spasmen gelijkende sprongetjes en dansjes die zijn fascistische hondenfluitjes moeten maskeren. Waar is James als je hem nodig hebt?

(de collage komt uit de Gutmensch scheurkalender, 28 mei 2023)

Hoop, lef en trots

Niet lang geleden zei iemand in mijn werkomgeving tegen mij: ‘als het bestuurlijk anders besloten wordt, dan heb jij dat als ambtenaar gewoon uit te voeren.’ Nou ging het in dit geval over een pietluttig dingetje waar geen bloed uit vloeit, en ging het uiteindelijk gewoon zoals voorgesteld, maar ik schoot vanaf mijn kantoorstoel toch direct de ruimte in waar volgzaamheid medeplichtigheid wordt, en waar het als positief gezien wordt werktuigelijk uit te voeren wat van hogerhand beslist wordt. Neutraliteit, wordt dat genoemd.
In Myanmar, waar ik tussen 2011 en 2018 werkte als trainer burgerschap en democratisering, werden destijds voorzichtige stappen naar een vrijere samenleving gezet, tot het leger in 2021 opnieuw de macht greep, kwam het begrip civil servants tijdens de trainingen regelmatig ter sprake. Dan werd gevraagd: ja maar, die ambtenaar kan die vergunning toch wel even geven? Hij kan die stempel toch zetten? Hij weet dat ik daar recht op heb. Hij kan toch gewoon helpen?
En ik maar uitleggen dat een ambtenaar gebonden is aan het uitvoeren van het door de regering en/of volksvertegenwoordiging bepaalde beleid, dat hij niet gewoon maar mag doen wat hem goeddunkt, maar zich aan wetten en regels moet houden.
Al redenerend kwamen we in Myanmar tot de conclusie dat het leuk en aardig klinkt, neutrale ambtenaren, maar dat neutraliteit een goed functionerend politiek systeem vereist, met gegarandeerde macht en tegenmacht en een volksvertegenwoordiging die zich ook daadwerkelijk van zijn vertegenwoordigende taak kan kwijten.
Maar als dat niet zo is? Als het systeem gedomineerd wordt door een door eigenbelang gedreven autocratische elite? Moet men deze dan gehoorzamen alsof ze een geldig mandaat hebben? Of door mesjogge types die goedgekapt maar doordieselen zonder acht te slaan op uitvoerbaarheid, laat staan wenselijkheid? Wat als de wetten zelf onrechtvaardig zijn? Moet je onrechtvaardige wetten uitvoeren, of is het je plicht om onrechtvaardigheid aan de kaak te stellen? Wat als het beleid regelrecht tegen de wet of de internationale rechtsorde ingaat?
In Myanmar bedachten we een campagne onder de slogan: ‘we hebben rechtvaardige wetten nodig’. In Myanmar was het dapper om zo’n campagne te voeren, want ondanks dat er een parlement zetelde in de hoofdstad Naypyitaw, was de macht van de militairen – en daarmee de dreiging van represailles bij elke vorm van verzet – overal voelbaar en aanwezig.
Maar in Myanmar was ook duidelijk dat het leger en aan het leger gelieerde grote graaiers de regering in hun zak hadden, en daarmee werd die regering in beginsel onrechtmatig, en protest bittere noodzaak.

In Nederland, waar je niet hoeft te vrezen opgepakt te worden en met harde middelen verhoord te worden, is het ironisch genoeg ook dapper om je als ambtenaar uit te spreken tegen het beleid. Want voor je het weet zit je in het verdomhoekje, en word je bestempeld als linkse dilettant die de verkiezingsuitslag niet respecteert. Als vrouw ben je al gauw emotioneel, te betrokken of hysterisch als je oorlogsmisdaden van een bevriende natie wilt agenderen.
Wij hebben in principe een democratisch systeem, wij hebben een systeem van ‘teugels en tegenwicht’. Nederland is een gerespecteerd lid van de internationale gemeenschap. En toch gaan we nu onderzoeken waar de morele ondergrens ligt: wanneer mogen ambtenaren beleid niet uitvoeren? Anders geformuleerd: wanneer is zwijgend je plicht doen niet langer neutraal, maar wordt het onprofessioneel, gemakzuchtig, lafhartig of medeplichtig. De politiek filosofe Hannah Arendt meent zelfs – vrij vertaald – dat het stoppen met zelf nadenken en gedachteloos uitvoeren wat je wordt opgedragen, de wortel van het kwaad is.
Nu we opgescheept zitten met een regering van meelopers, dwazen en kwaadaardigen, die zonder blikken of blozen een genocide faciliteren, mogen we god op onze blote knietjes danken voor de ambtenaren die allang weten waar de morele ondergrens ligt. En die al een jaar lang elke week hun stem laten horen in protest tegen het beleid van de regering ten opzichte van Israël.
En eindelijk, eindelijk, op 7 januari 2025, na een jaar lang volhouden dat er wetten en regels zijn die niet geschonden mogen worden door de politieke waan van de dag, vinden ze gehoor bij de programmadirecteur ‘Dialoog en Ethiek’, die zich publiekelijk aanbiedt een dialoog over de morele ondergrens te faciliteren. Met de betrokken ministers en de minister-president. En een vertegenwoordiging van de ambtenaren die zich uitspraken toen het moeilijk was.
Het wachten is nu op het antwoord van de regering. Als die nou lef toont, houden wij de hoop en misschien, heel misschien is er dan binnenkort weer reden voor enige trots.

Kerstoverweging

Deze dagen vieren we de terugkeer van het licht. We slepen een boom ons huis binnen en hangen er lampjes en glimmende versiersels in. We houden van de heidense midwinterrituelen in hun christelijke jasje. We zijn vertederd door het kindeke, dat in doeken gehuld in zijn kribje in de stal warm geademd wordt door de os en de ezel. Het kindeke dat geboren wordt om te kunnen sterven voor onze zonden. We voelen ons nederig en gezegend. We zingen van vrede op aarde. We willen hartstochtelijk geloven dat het licht steeds opnieuw terugkeert.
Ik wens je dagen waarin je in het knapperend haardvuur geen kindekes ziet die in de buurt van de mythische stal verbranden in hun eigen stal van stokken en doek; dat je geen kippenvel van ontzetting krijgt bij het horen van ‘toen kwam er een straal uit de hoge en viel op het kindeke teer’ en dat je onbevangen ontroerd kunt zijn bij het ‘midden in de winternacht, ging de hemel open’; dat het je gegund wordt een minuutje van de kerstdis weg te lopen als het verdriet om het lot van de huidige herders bij nachte je overmant.
Dat je niet gekweld wordt door gedachten aan een leider die het bezit van dat andere heilige boek wil bestraffen met gevangenisstraf; dat je eetlust niet te lijden heeft van het opheffen van de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd of het bijna onmogelijk maken van gezinshereniging. Vergeet de stress van de kerstinkopen en de kokerij en kijk naar je geliefden en naasten om je heen en weet je uitverkoren.
Schuif de gedachten aan de in ons parlement gevallen woorden ‘barbaren moeten worden verdelgd’ weg, en vergeet dat daar werd voorgesteld een nieuwe Herodes voor te dragen voor de Nobelprijs voor de Vrede.
Denk bij uw glas wijn niet aan het bloed dat vergoten wordt voor onze zonden, maar denk aan wonderen waarbij hongerigen gespijzigd, dorstigen gelaafd en naakten gekleed worden, waarbij vreemdelingen een onderkomen krijgen.
Hoop op een wonder dat blinden ziende maakt. En hoop op vrede.

(afbeelding door Maya)

Rijksdagbrand

Misschien kwam het door het voortdurende olie-op-het-vuur gemieter en dat wild in het rond slingeren met verwijzingen naar de nazitijd in de Tweede Kamer en de media van afgelopen week dat ik aan de Rijksdagbrand moest denken. Of door Yesilgöz, intussen een volleerd populist die niet onderdoet voor Gekke Geert, die zei: de VVD wil al jaren een keiharde aanpak, en nu kunnen we doorpakken, want nu hebben we een meerderheid. Misschien dacht ik daarom aan de Rijksdagbrand: ook een onheilspellende gebeurtenis gebruikt als voorwendsel om eens lekker door te pakken.

Het is 27 februari 1933 als er brand uitbreekt in de Rijksdag, het Duitse parlementsgebouw van 1867 tot 1945. De communist Marinus van der Lubbe wordt in het brandende parlementsgebouw aangetroffen en opgepakt. Nazi-prominenten Hermann Göring en Joseph Goebbels zijn er als de kippen bij en roepen om het hardst dat zij wel weten wie er achter de brand zitten: de communisten en de sociaaldemocraten.
Hitler briest, op de hem bekende wijze, dat er een staatsgreep dreigt. Von Hindenburg kondigt de noodtoestand af via de Rijksdagbrandverordening, die de vrijheden en rechten van de bevolking behoorlijk beperken. Vrijheid van meningsuiting, recht op vergadering en het briefgeheim gelden niet meer. Duizenden communisten, vermeende communisten en sociaaldemocraten worden van hun bed gelicht en opgesloten.
De Rijksdagbrand markeert daarmee het begin van de naziterreur.

Vergelijkingen tussen ‘de jaren dertig’ en het hier en nu gaan vaak mank, toch het is niet zomaar dat de Rijksdagbrand en de nasleep ervan nu in mijn geheugen opduiken.
Het vuur van ‘de Jodenjacht’ in Amsterdam is nog nauwelijks gedoofd, of in Den Haag staat men al in het gelid om ‘door te pakken’. En doorgepakt wordt er: binnen de kortste keren wordt er in de Tweede Kamer een debat gehouden waarbij je kop tolt van de racistische prut die daar wordt uitgebraakt. ‘Keihard aanpakken’ en ‘ongeïntegreerd Marokkaans tuig’ strijden om de voorrang; de angst bij het joodse deel van de Nederlandse bevolking wordt effectief aangewakkerd; alles wat met islam te maken heeft wordt verdacht gemaakt en de geldigheid van het Nederlanderschap van mensen met een dubbele nationaliteit wordt aan hun mate van aangepastheid aan ‘onze normen en waarden’ gekoppeld. Het debat eindigt met het indienen van een groot aantal moties die niet bepaald getuigen van een liberale inslag.

Er wordt in de Tweede Kamer gezwaaid met een rapport vanuit het Israëlische ministerie van diasporazaken, waarin zonder bewijs en zonder steekhoudende argumenten verschillende Nederlandse organisaties beschuldigd worden van banden met Hamas. De gretigheid waarmee deze propaganda wordt omarmd is angstaanjagend. Het onderzoek naar de gebeurtenissen rondom de voetbalwedstrijd Maccabi Tel Aviv en Ajax, waarop meteen de ronkende etiketten pogrom en Jodenjacht werden geplakt, is nog niet afgerond. Maar de duivelse toon is gezet, waarmee wat in Amsterdam op 7 en 8 november gebeurde een mooie aanleiding is voor het extreemrechtse kabinet om de al zo lang begeerde maatregelen door de strot van de rest van de samenleving te persen. Met steun van bepaalde delen van de oppositie.
Het wachten is nu op de door het kabinet aangekondigde aanpak antisemitisme om het karwei af te maken.

PS – I – Van der Lubbe kon zijn onschuld niet bewijzen en werd ter dood gebracht. Geruchten dat Göring de brand in de Rijksdag zou hebben aangestoken zodat er kon worden afgerekend met de tegenstanders van de nazi’s zijn nooit definitief ontzenuwd.

PS – II – Enkele moties die werden ingediend bij het debat op 13 november 2024 en in stemming gebracht zijn op 19 november 2024:

Motie Wilders c.s. over uitspreken dat de Jodenjacht op 7 november 2024 in Amsterdam onacceptabel, onaanvaardbaar en een land als Nederland onwaardig is (366512, nr. 5) – aangenomen (alleen SP, PvdD en Denk stemmen tegen)

Motie Wilders c.s. over steun uitspreken aan de Joodse gemeenschap en maximaal inzetten op de veiligheid en bescherming van deze gemeenschap (36651, nr. 6)
Unaniem aangenomen

Motie van der Plas c.s. over gesprekken met groepen, organisaties, bedrijven en instellingen die antisemitische- en pro-Hamasuitingen doen tot een absoluut minimum beperken (36651, nr. 9) – aangenomen, mede met steun van CDA en CU. Caroline van der Plas is dolblij met de stevige stappen ter bescherming van de joodse gemeenschap

Motie van der Plas/van Zanten over het financieel bestraffen van onderwijsinstellingen die sprekers uitnodigen die de vernietiging van Israël propageren en van scholen die onderwijs over de Holocaust weigeren te verzorgen (36651, nr.10) – verworpen, omdat NSC met de voltallige oppositie meestemt. (SGP en Ja21 stemmen blijmoedig met de coalitie mee)

Motie van der Plas c.s. over het sluiten van salafistische moskeeën en instellingen die de vernietiging van het Joodse volk en Israël prediken (36651, nr. 12) – aangenomen Wilders juicht op X: Historisch, vindt hij het.

Motie Stoffer over het komen met een voorstel om het Joodse leven te beschermen en antisemitisme harder te straffen (36651, nr. 16) – aangenomen, waarbij CU, CDA en D’66 met de coalitie meestemmen.

Motie Stoffer over het door de veiligheidsdiensten onder de loep nemen van organisaties die genoemd worden in het special report van Israël (36651, nr. 17) – aangenomen, met steun van CU en CDA

Motie Timmermans over zo spoedig mogelijk een gesprek organiseren met de islamitische gemeenschap om zorgen bij Nederlandse moslims weg te nemen (36651, nr. 20) haalt het dan weer niet, want coalitie vindt het niks, met steun van het CDA

Motie Yesilgoz-Zegerius c.s. over de politie uiterlijk begin volgend jaar meer mogelijkheden bieden undercover mee te kijken in (besloten) Telegramgroepen (36651, nr 22) – aangenomen – alleen FvD, PvdD en Denk stemmen tegen

Motie Yesilgoz-Zegerius c.s. over bevorderen dat terroristische organisatie zoals Samidoun en de PFLP in Nederland en in de EU zo snel mogelijk worden verboden (36651, nr.23) – Aangenomen, mede met steun van Volt, GL/PvdA en D’66

Motie van Vroonhoven over agenda voor gemeenschappelijke waarden om de zwijgcultuur omtrent intolerantie, waaronder antisemitisme, te doorbreken (36651. Nr 29) – aangenomen, ook gesteund door de SP

Motie van Vroonhoven over aanscherpen beoordelingskader VOG’s voor taxichaufferrts die zich schuldig maken aan antisemitisme (36651, nr 31) – aangenomen, mede met steun van CDA en CU

Hier de volledige lijst met moties in stemming op 19 november 2024

Inburgeringscursus voor volksvertegenwoordigers

Gefeliciteerd! Je bent gekozen in de Tweede Kamer der Statengeneraal, of je komt in de regering. Voor je je kan nestelen op het pluche, moet je eerst deze inburgeringstest ‘Hoe doen we dat in de Haagse politiek’ met goed gevolg afleggen. Deze test is niet vrijwillig. Je dient aantoonbaar op de hoogte te zijn van de mores en omgangsvormen die heersen in onze politiek zo enerverende delta.
Aan de hand van onderstaande vragen testen wij jouw kennis over hoe je je moet gedragen als volksvertegenwoordiger, om zo jouw geschiktheid om leiding te geven aan Nederland te kunnen vaststellen.
(Mocht je niet slagen voor deze test, dan krijg je een herkansing. De kosten voor de voorbereiding op deze test, het doen van de test en de eventuele herkansing worden op jou verhaald.)

1. Ingrid vraagt wat een pogrom is. Wat kan je het beste tegen Ingrid zeggen?
a. Het is een lelijk woord dat stamt uit de oorlog.
b. Het is een georganiseerde gewelddadige aanval op een bepaalde bevolkingsgroep met de bedoeling die te verjagen.
c. Het is een hit and run-actie van jongens op scootertjes tegen Israëlische voetbalsupporters.

2. Henk wil graag weten waarom er protesten waren tegen de komst van de Israëlische president Herzog bij de opening van het Holocaustmuseum. Wat kan je het beste tegen Henk zeggen?
a. Ach, joh, er zijn altijd mensen die een feestje willen verzieken.
b. Ja, Henk, met de islam hebben we gewoon ook het antisemitisme binnengehaald.
c. Mensen zijn boos en verdrietig over de bezetting en het excessieve geweld door Israël in de Palestijnse gebieden en Gaza.

3. Femke vraagt waar de tulp vandaan komt. Wat kan je het beste tegen Femke zeggen?
a. Het is een oer-Hollandse bloem, net zo oer-Hollands als Sint-Nicolaas en koffie.
b. De tulp komt uit Turkije en Centraal Azië.
c. Van de bloemenstal of het tuincentrum.

4. Gideon vraagt waarom zwarte piet niet gewoon zwart mag zijn, met kroeshaar en dikke lippen. Wat kan je het beste tegen Gideon zeggen?
a. Die antizwartepiet zeikerds moeten gewoon oprotten naar hun eigen land en zich niet met onze tradities bemoeien.
b. Regenboogpieten hebben echt niks met lhbtqia+ te maken.
c. Zwarte piet is een racistisch stereotype. Jij slaat toch ook aan bij ‘witte man’.

5. Diederik wil graag weten wat een doorstroomlocatie is. Wat kan je het beste tegen Diederik zeggen?
a. Een plek waar je vluchtelingen met een status opvangt, zodanig dat ze zich niet thuis maar onwelkom voelen.
b. Vroeger heette het doorgangskamp, en was er altijd een station in de buurt.
c. Een plek waar we nieuwkomers kunnen opbergen zodat ze onze eigen mensen niet van de woningmarkt verdringen.

6. Geert is het niet eens met wat er in de vrije, onafhankelijke pers over hem wordt geschreven. Wat kan Geert het beste doen?
a. Met de krant van wakker Nederland bellen en vragen om een interview over zijn poezen.
b. Lachen en zijn schouders ophalen.
c. Op X journalisten uitschelden voor ‘tuig van de richel’.

7. Dilan heeft in een talkshow op de televisie iets gezegd wat niet waar is.
Wat kan Dilan het beste doen?
a. Zeggen dat de mensen die bij die talkshow werken gemeen zijn en haar expres hebben laten liegen.
b. Beginnen over antisemitisme en zeggen dat alles aan migratie ligt.
c. Zeggen: dat heb ik helemaal niet gezegd en als ik het wel gezegd heb, hebben jullie het verkeerd begrepen.

8. Pieter is gaan samenwerken met een partij die precies het tegenovergestelde wil van wat hij zegt te willen. Wat kan Pieter het beste doen?
a. Heel vaak heel lang praten zodat de tegenpartij zich vanzelf terugtrekt.
b. Meebewegen omdat het volk nou eenmaal gesproken heeft en het land geregeerd moet worden.
c. Meebewegen tot de rek eruit is en dan ziek thuis gaan zitten.

9. Caroline wil niet dat boeren een strobreed in de weg gelegd wordt. Wat kan Caroline het beste doen?
a. Zeggen dat landbouw ook natuur is.
b. Merci meenemen voor het personeel van de Tweede Kamer omdat ze zo goed voor de volksvertegenwoordigers zorgen.
c. Met Farmers Defence Force stand-by volhouden dat de boeren zorgen voor de voedselzekerheid van Nederland.

10. Mona woont leuk met een mooi uitzicht. Maar nu wil men precies voor haar neus een zorginstelling bouwen, zodat ze in plaats van bomen demente bejaarden in haar blikveld treft. Wat kan Mona het beste ondernemen?
a. Bij de Minister van Volksgezondheid lobbyen voor brede verkrijgbaarheid van de pil van Drion.
b. Zich beroepen op de Wet stikstofreductie en natuurverbetering die ze vanuit haar politieke overtuiging juist bestrijdt.
c. Stug volhouden dat het een privéaangelegenheid is.

11. Marieke vraagt zich af of Marjolein de dingen eigenlijk wel snapt. Wat kan Marjolein daar het beste op zeggen?
a. Mijn tweet klopt.
b. Ik hoor geen vraag.
c. Dit moet gewoon stoppen.

12. De reptielen van de deep state snappen niet waarom Thierry geen MP is. Wat kan je het beste tegen de reptielen zeggen?
a. We hebben de shallow state met Dick Schoof, marionet klasse I (democratie uitleggen aan reptielen is onbegonnen werk).
b. Jullie moeten bij het World Econonmic Forum zijn.
c. Het is antisemitisme.

13. Reinette wil niet langer geassocieerd worden met uitspraken die ze deed in haar vorige leven. Wat kan Reinette het beste beweren?
a. Ik draag geen goud en ik houd bij het autorijden ook altijd afstand met andere auto’s. In verband met mijn naam, snap je.
b. Ik neem er afstand van. Ik vond dat vroeger. Nu vind ik hetzelfde, maar ik noem het anders.
c. Ik heb die dingen gezegd als mens. Maar nu ben ik minister, dus ben ik geen mens meer.

14. Fleur is in verwarring. Nu ze niet meer in de oppositie zit, kan ze niet meer van alles zomaar roepen. Wat kan Fleur het beste doen?
a. Twitteren over hoofddoeken, dan gaat het daar tenminste over.
b. Een hoofddoek gaan dragen, dan gaat het daar tenminste over.
c. Zeggen dat ze in de oppositie niet genoeg informatie had, en nu wel, en dat het nu dus echt wel best heel complex blijkt te zijn, en dat ze het echt niet leuk vindt als er gezegd wordt dat ze dom is.

15. Dick wordt gezien als een trekpop van de Geblondeerde Leider. Hoe kan Dick daar het beste op reageren?
a. Als Peter Jansen incognito de marathon van Amsterdam lopen (‘Dickie!’, Schoofie!’)
b. Zeggen dat het land besturen zoiets is als een marathon lopen: ‘je denkt aan helemaal niks joh’.
c. Tsjonge, jonge jonge zeggen als de microfoon nog aanstaat.

Stuur je antwoorden naar ikzitlekkerophetpluche@krijgmijmaareensweg.nl
Je krijgt de testuitslag binnen zes weken (met een reguliere uitlooptermijn van nog eens zes weken).

Succes!

Het Gaza getto

De Russisch-Amerikaanse journaliste en schrijver Masha Gessen trok in The New Yorker van 3 december 2023 een vergelijking tussen Gaza en een joods getto in bezet Europa tussen 1939 en 1945. Ze schreef: “… Waarschijnlijk zou de meer passende benaming ‘getto’ tot ophef hebben geleid omdat de ellende van de Gazanen zou worden vergeleken met die van joden in de getto’s. Het zou ons ook woorden hebben gegeven voor wat er nu gebeurt in Gaza. Het getto wordt geliquideerd. …”
Niet lang daarvoor had Gessen de Hannah Arendt prijs gewonnen, een prijs van de Heinrich Böll Stiftung waarmee een politieke denker die excelleert in het rapporteren over en becommentariëren van totalitarisme wordt geëerd.
Na haar opmerkingen over Gaza en getto’s ontstond gekrakeel, want Gessen zou de uniekheid van de Holocaust relativeren met haar vergelijking, en dat maakte het ondenkbaar dat een Duitse prijs haar ten deel zou vallen. Uiteindelijk kreeg ze de prijs toch, maar in een kleine, afgeschaalde ceremonie waar zo weinig mogelijk aandacht aan besteed werd.
Gessen is niet de enige die vanwege haar opvatting over Gaza en de rol van Israël in het conflict in een kwaad daglicht wordt gezet. Opkomen voor de Palestijnse zaak, voor de rechten van Palestijnen en uiting geven aan je afkeer van het handelen van Israël kan leiden tot verdachtmakingen, terugkomen op gemaakte afspraken, ‘gecancelled’ worden.
De herinneringscultuur rond de moord op zes miljoen joden is vooral in Duitsland, maar ook steeds meer bij ons, geradicaliseerd tot een cultus die joods lijden verheft boven elk ander lijden. Dat je een casus zou kunnen opbouwen over het antisemitische karakter van zo’n stellingname, ligt misschien niet voor de hand, maar het zou kunnen: joden worden als groep apart gezet van alle andere mensen, krijgen collectief waarden aangemeten, en voor hen als groep gelden andere normen dan voor alle anderen. Dat is racisme, en omdat het over joden gaat, wordt dat automatisch antisemitisme.

Hannah Arendt, de naamgever van de prijs die Gessen uiteindelijk toch, zonder feestgedruis, ontving, zou niet verbaasd geweest zijn over de controverse. Zij had met een vergelijkbaar bijltje gehakt. Toen zij, ook voor The New Yorker, verslag deed van het Eichmann proces in 1961 vond ze ‘het brein achter de Holocaust’ maar een non-descript mannetje. Een prefecte representant van wat zij ‘de banaliteit van het kwaad’ doopte.
Dat gaf geen pas, want niets aan de Holocaust diende met banaliteit geassocieerd te worden. Eichmann was de über-Antisemit, het vleesgeworden kwaad. Zijn berechting in Jerusalem bekrachtigde Israël als sterke, joodse staat, die niet met zich liet sollen. Ook niet door een Duits-Amerikaanse Holocaust overlever met haar onwelgevallig inzicht en afwijkende mening.

Nu, bijna een jaar na het verschijnen van het artikel van Gessen, en meer dan 42.000 doden verder, lijkt een vergelijking van Gaza met een joods getto tijdens de Duitse bezetting de enig mogelijke, bijna milde, analogie die nog overeind staat, en is niet alleen de liquidatie van het getto in volle gang, maar wordt er ook driftig gewerkt aan een ‘Endlösung’. Het rapport van The Independent International Commission of Inquiry on the Occupied Palestinian Territory, including East Jerusalem and Israel gebruikt het woord ‘uitroeiing’, extermination (bladzijde 17). En dat rapport verscheen in Mei 2024.
Israël – gesteund door behulpzame bondgenoten – haalde de schouders op en zette nog een tandje bij op de ingeslagen weg. Voedsel, medicijnen, water, zeep, baby formula, maandverband, niets komt Gaza meer in. Je moet wel erg langs de lessen van de geschiedenis heen willen kijken als de vergelijking met de getto’s van weleer zich niet opdringt. Het is een duister hallucinante speling van het lot die slachtoffers tot daders maakt, Palestijnen tot ‘joden’, Israëli’s tot nazi’s.

En wij, hier in Nederland?
Wij laten het gebeuren. Blijven Israël steunen omwille van… omwille van wat eigenlijk?
Omdat het makkelijker is moord en brand te roepen over antisemitisme en antizionisme dan op te staan voor universele mensenrechten? Omdat de IHRA-definitie van antisemitisme maakt dat kritiek op Israël eenvoudig als jodenhaat te doemduiden is? Omdat de voortwoekerende moslimhaat mooi te camoufleren is met de zogenaamd moreel superieure ‘keiharde strijd’ tegen antisemitisme. Een strijd die voorbijgaat aan de groeiende groep joden in Nederland die walgen van de racistische suprematie en het onvoorstelbaar wrede geweld gepleegd door Israël. Een strijd die voorbijgaat aan internationale verdragen, afspraken en rechten die gelden voor alle mensen. Een strijd die de joden in Nederland niet beschermt, maar hen apart zet van alle andere burgers in het land.
En dat is niet alleen volkomen onterecht, maar ook gevaarlijk.