De Russisch-Amerikaanse journaliste en schrijver Masha Gessen trok in The New Yorker van 3 december 2023 een vergelijking tussen Gaza en een joods getto in bezet Europa tussen 1939 en 1945. Ze schreef: “… Waarschijnlijk zou de meer passende benaming ‘getto’ tot ophef hebben geleid omdat de ellende van de Gazanen zou worden vergeleken met die van joden in de getto’s. Het zou ons ook woorden hebben gegeven voor wat er nu gebeurt in Gaza. Het getto wordt geliquideerd. …”
Niet lang daarvoor had Gessen de Hannah Arendt prijs gewonnen, een prijs van de Heinrich Böll Stiftung waarmee een politieke denker die excelleert in het rapporteren over en becommentariëren van totalitarisme wordt geëerd.
Na haar opmerkingen over Gaza en getto’s ontstond gekrakeel, want Gessen zou de uniekheid van de Holocaust relativeren met haar vergelijking, en dat maakte het ondenkbaar dat een Duitse prijs haar ten deel zou vallen. Uiteindelijk kreeg ze de prijs toch, maar in een kleine, afgeschaalde ceremonie waar zo weinig mogelijk aandacht aan besteed werd.
Gessen is niet de enige die vanwege haar opvatting over Gaza en de rol van Israël in het conflict in een kwaad daglicht wordt gezet. Opkomen voor de Palestijnse zaak, voor de rechten van Palestijnen en uiting geven aan je afkeer van het handelen van Israël kan leiden tot verdachtmakingen, terugkomen op gemaakte afspraken, ‘gecancelled’ worden.
De herinneringscultuur rond de moord op zes miljoen joden is vooral in Duitsland, maar ook steeds meer bij ons, geradicaliseerd tot een cultus die joods lijden verheft boven elk ander lijden. Dat je een casus zou kunnen opbouwen over het antisemitische karakter van zo’n stellingname, ligt misschien niet voor de hand, maar het zou kunnen: joden worden als groep apart gezet van alle andere mensen, krijgen collectief waarden aangemeten, en voor hen als groep gelden andere normen dan voor alle anderen. Dat is racisme, en omdat het over joden gaat, wordt dat automatisch antisemitisme.
Hannah Arendt, de naamgever van de prijs die Gessen uiteindelijk toch, zonder feestgedruis, ontving, zou niet verbaasd geweest zijn over de controverse. Zij had met een vergelijkbaar bijltje gehakt. Toen zij, ook voor The New Yorker, verslag deed van het Eichmann proces in 1961 vond ze ‘het brein achter de Holocaust’ maar een non-descript mannetje. Een prefecte representant van wat zij ‘de banaliteit van het kwaad’ doopte.
Dat gaf geen pas, want niets aan de Holocaust diende met banaliteit geassocieerd te worden. Eichmann was de über-Antisemit, het vleesgeworden kwaad. Zijn berechting in Jerusalem bekrachtigde Israël als sterke, joodse staat, die niet met zich liet sollen. Ook niet door een Duits-Amerikaanse Holocaust overlever met haar onwelgevallig inzicht en afwijkende mening.
Nu, bijna een jaar na het verschijnen van het artikel van Gessen, en meer dan 42.000 doden verder, lijkt een vergelijking van Gaza met een joods getto tijdens de Duitse bezetting de enig mogelijke, bijna milde, analogie die nog overeind staat, en is niet alleen de liquidatie van het getto in volle gang, maar wordt er ook driftig gewerkt aan een ‘Endlösung’. Het rapport van The Independent International Commission of Inquiry on the Occupied Palestinian Territory, including East Jerusalem and Israel gebruikt het woord ‘uitroeiing’, extermination (bladzijde 17). En dat rapport verscheen in Mei 2024.
Israël – gesteund door behulpzame bondgenoten – haalde de schouders op en zette nog een tandje bij op de ingeslagen weg. Voedsel, medicijnen, water, zeep, baby formula, maandverband, niets komt Gaza meer in. Je moet wel erg langs de lessen van de geschiedenis heen willen kijken als de vergelijking met de getto’s van weleer zich niet opdringt. Het is een duister hallucinante speling van het lot die slachtoffers tot daders maakt, Palestijnen tot ‘joden’, Israëli’s tot nazi’s.
En wij, hier in Nederland?
Wij laten het gebeuren. Blijven Israël steunen omwille van… omwille van wat eigenlijk?
Omdat het makkelijker is moord en brand te roepen over antisemitisme en antizionisme dan op te staan voor universele mensenrechten? Omdat de IHRA-definitie van antisemitisme maakt dat kritiek op Israël eenvoudig als jodenhaat te doemduiden is? Omdat de voortwoekerende moslimhaat mooi te camoufleren is met de zogenaamd moreel superieure ‘keiharde strijd’ tegen antisemitisme. Een strijd die voorbijgaat aan de groeiende groep joden in Nederland die walgen van de racistische suprematie en het onvoorstelbaar wrede geweld gepleegd door Israël. Een strijd die voorbijgaat aan internationale verdragen, afspraken en rechten die gelden voor alle mensen. Een strijd die de joden in Nederland niet beschermt, maar hen apart zet van alle andere burgers in het land.
En dat is niet alleen volkomen onterecht, maar ook gevaarlijk.