Schud aan de wingerd
tot de druiven uiteenspatten
druip over de rand als een schuimkraag
om de mond trekken stroperig van most
om voorbij die ogen te komen moet je
waden door een stroom obsceniteiten.
Laat knallen maar, die zwepen,
op de maat van marsmuziek
in dit circus geen paraderende paarden,
geen dwergen met een rode neus,
in dit circus alleen kapotgetemde dieren,
clowns die grijnzen met een tandeloze mond
in dit circus dansen de vazallen
van voor naar achter van links naar rechts
zwelgend en zwalkend en zelden alleen
tot het doek valt. Het valt.