Achter de oogballen: striemen
naast de aderen: verstoten botten
onthechte spieren, gedachten
opgerold en aangesnoerd
tot een zeker weten: het komt
opspringend vanachter coulissen
op een verdonkeremaand toneel
hijgend als een hond
aan de rand van ons bed.
Theaterlampen flitsen aan
de hond lost op in licht
je stamelt vrede, godverdomme, vrede
maar toch: het smetten blijft.
Je legt je huid af in de hondenmand
haar op het verkreukeld bed
opgerold en aangesnoerd wacht je
tot het komt. Het komt.