Gays for Gaza is like chickens for KFC – dixit Netanyahu

De minister-president van Israël, Benjamin Netanyahu, mag een speech houden voor de verzamelde volksvertegenwoordigers van senaat en congres van de Verenigde Staten, ‘this great citadel of democracy’. Hij is zeer vereerd.
Op zijn ene revers draagt Bibi een speldje van innig verbonden Amerikaanse en Israëlische vlaggen; op zijn andere revers draagt hij een geel lintje. Bij honden betekent zo’n geel lintje dat ze moeilijk benaderbaar zijn, maar op de borst van Netanyahu staat het voor ‘bring them home’, in casu de Israëlische gijzelaars.
Achter de lezenaar voor Netanyahu zit Mike Johnson, een republikein uit Louisiana, die ook speaker of the house is. Op zijn revers prijkt een Amerikaans vlaggetje. Hij mocht Netanyahu aankondigen en kon, zo leek het, de opwinding nauwelijks aan. Naast Mike zit democraat Ben Cardin, voorzitter van de commissie buitenlandse betrekkingen. Hij draagt eveneens zo’n geel lintje. In Nederland zien we die versiering ook wel, bijvoorbeeld op de flappen van de jasjes van PVV Kamerleden, want die zijn héél begaan met de gijzelaars en erg gekant tegen het oplevend antisemitisme.

Netanyahu speecht zich een slag in de rondte. Hij zegt onder meer: ‘we staan op een kruispunt van de geschiedenis. Overal heerst chaos. In het Midden-Oosten, staat Irans as van het kwaad tegenover Amerika, Israël en onze Arabische vrienden. … Dit is een botsing tussen barbarij en beschaving, een botsing tussen hen die de dood vereren, en hen die het leven vieren. Maar als Israël en Amerika samenwerken, gebeurt er iets heel eenvoudigs: wij winnen, zij verliezen. En ik zeg jullie vandaag: wij gaan winnen!’
Na bijna elke zin die Bibi uitspreekt klinkt luid applaus. Achter Netanyahu springt Mike Johnson dan enthousiast op, zijn wat oudere kompaan Cardin volgt een fractie later. In mijn beeld zie ik de delinquente kop van Netanyahu geflankeerd door de twee driehoekige stropdaspunten van Johnson en Cardin, die parmantig de aandacht vestigen op onderbuik en kruis van de geachte volksvertegenwoordigers.

Netanyahu eert een aanwezige gijzelaar, een van de vier die bevrijd zijn in een operatie die aan tweehonderd Palestijnen het leven kostte. De gijzelaar werd herenigd met haar stervende moeder – hopla: up go Mike en Ben, samen met hun stropdaspunten. Bibi steekt de loftrompet over de dappere IDF soldaten die zelfs op één been nog terugkeren naar het front – hupsakee: daar gaan ze weer, de uiteinden van hun stropdassen wippen gezellig heen en weer op het ritme van het applaus. Tussen het klappen door memoreert Netanyahu ‘twee prachtige roodharige jochies die gegijzeld werden. Zulke mooie kinderen… zo monsterlijk.’ (Ter voorkoming van verwarring: het monster hier is Hamas.)
Hij zegt: ‘de pijn die deze families moeten doorstaan, er zijn geen woorden voor’.
Ik denk: voor de Palestijnse pijn hebben dichters als Ghayath Almadhoun woorden weten te vinden, en ook Israëlische schrijvers vinden woorden voor de Palestijnse tragedie. Hun woorden verhouden zich tot die van Bibi als fijn gouddraadwerk tot een web van scheermesprikkeldraad.

Netanyahu voert, via de slinkse omweg van een rouwende vader over zijn gesneuvelde zoon, het beroemde ‘jochie van de foto’ uit het getto van Warschau op. ‘Dat kind was reddeloos overgeleverd’, zo citeert Bibi de rouwende vader, ‘maar nu zijn we als joden niet langer hulpeloos tegenover onze vijanden.’
De Holocaust is nooit ver weg als het om vergoelijken van door Israël gepleegde misdaden gaat.

Bibi bedankt Biden – ‘a proud zionist’ – voor zijn steun. Ovatie! En Trump voor het erkennen van de geannexeerde Golan hoogte als horende bij Israël, en het verplaatsen van de ambassade naar Jerusalem. Donderend applaus plus gejoel.
De minister-president van Israël sneert naar de mensen die protesteren tegen de nietsontziende vergeldingsacties van Israël. Hij zegt: ‘de demonstranten maken geen onderscheid tussen hen die terroristen als doelwit hebben, en hen die burgers als doelwit hebben, ze maken geen onderscheid tussen de democratie Israël en de boeven van Hamas.’ Het zijn de nuttige idioten van Iran, zegt hij, die niet eens weten over welke rivier en welke zee ze het hebben. Klapperdeklap, opstuiterende Mike en opverende Ben, hun stropdasdriehoekjes dartelend op het ritme van het applaus.

Netanyahu zegt dat de burgerdoden de schuld zijn van Hamas. Applaus. Hij zegt dat er geen honger in Gaza is omdat elke Palestijn, man, vrouw en kind 3000 calorieën van Israël heeft gekregen. Als er al honger is, komt dat doordat Hamas het voedsel steelt. Klapperdeklap! Hij zegt dat de heldhaftige soldaten van het IDF lof toegezwaaid moeten krijgen om hoe ze de strijd voeren. Instemmend geroep door het applaus heen. Hij zegt dat Amerika het echte doelwit van Iran is, en dat Israël Amerika beschermd zoals Amerika Israël dekt. En de stropdasjes maar joepen op de maat van het geklap. Ik houd het niet meer en roep naar het beeldscherm: blijf toch staan jongens, dat zitten en opspringen elke minuut is volstrekt schaamteloos en door en door potsierlijk.

De oorlog kan morgen afgelopen zijn, zegt Bibi. Als Hamas zich overgeeft, zijn wapens inlevert en alle gijzelaars vrijlaat. Zo niet, dan zal Israël Hamas vernietigen. ‘Dat is wat we bedoelen met ‘total victory’.
Hoor ik hier nou een variant op ‘Der totale Krieg’? Het applaus klink zoals toen in het Sportpalast.

Ondanks alle narigheid is Netanyahu hoopvol. Want, zegt hij, het joodse volk is uit de diepe hel van ‘onteigening en genocide gekomen, en tegen alle verwachting in heeft het haar soevereiniteit in haar oude thuisland hersteld, en een levendige en krachtige democratie opgebouwd, een democratie die vernieuwing nastreeft ter verbetering van de hele mensheid.’ Opnieuw uiteraard donderend geklap; de Amerikanen hebben immers ook de mythe dat ze ‘een leeg land’ met blote handen hebben opgebouwd tot een baken van vrijheid in een woelige wereld. En ervaring als genocideplegers hebben ze tenslotte ook.
Bibi sluit zijn speech af met de verzekering dat hij niet zal rusten tot zijn nobele missie is volbracht en de hele achtergebleven regio vol onderdrukking, armoe en oorlog met hulp van Arabische bondgenoten tot een ‘bloeiende oase’ van waardigheid, voorspoed en vrede is omgevormd.
En daarbij heeft hij de niet aflatende steun van zijn grote vriend Amerika nodig. ‘Geef me sneller de wapens, zodat ik de klus sneller kan klaren’.
O, en ‘may God bless America and Israel’ en de innige vriendschap die de twee landen bindt.
Het applaus en de jubel doen de ramen in hun sponningen trillen.

Tijdens deze schandelijke vertoning is er een klein lichtpuntje. Rashida Tlaib, afgevaardigde uit Michigan, houdt in stil protest een bordje omhoog met: ‘oorlogsmisdadiger’, en: ‘schuldig aan genocide’. Als er een God is die zegeningen uitdeelt: dan graag aan Rashida Tlaib. Het is haar standvastig protest dat een staande ovatie verdient.

(Illustratie: Maya -2024)

volgen en delen kan:
onpost_follow
Share