Er zijn, volgens informatie van de Rijksoverheid, en voor nu ga ik er gemakshalve nog van uit dat informatie van de Rijksoverheid ongeveer betrouwbaar is, 231.000 woningen niet beschikbaar. De Rijksoverheid heeft deze informatie gevat in een infographic – want lezen wordt steeds moeilijker voor de gemiddelde Nederlander, het oog wil ook wat, en je moet iets met het legioen communicatiespecialisten, toegankelijkheidsmanagers en vormgevers.
231.000 woningen die er wel zijn, maar niet bewoond kunnen worden, althans, die niet op de woonmarkt voor bewoning worden aangeboden.
Deels gaat het om ‘institutionele’ bewoning. Daarmee worden zorginstellingen, bejaardenhuizen, beschermd wonen projecten en dergelijke bedoeld – je weet wel beschuttende en verzorgende centra die zo enthousiast zijn wegbezuinigd onder het mom van: iedereen telt mee! Zo lang mogelijk thuis! Met mantelzorg! In de eigen buurt! Midden in het leven! Iedereen telt mee!
Gevangenissen en kloosters horen er overigens ook bij.
De rest zijn tweede woningen. Woningen voor erbij van mensen die al een huis hebben, maar ook nog een pied-à-terre in de grote stad, een kek villaatje in het bos of een lief hutje op de hei willen hebben. Voor als ze er eens eventjes lekker tussenuit willen, zonder aangewezen te zijn op die onpersoonlijk hotels, zeker nu vliegen toch wat bezwaarlijk wordt als het voor een weekend of een midweekje is, want het milieu.
Zeg dat pakweg de helft van die 231.000 niet voor bewoning beschikbare woningen in de categorie tweede huizen valt. Dan heb je het toch over 115.500 woningen. En als je er heen kan om bij te komen, uit te rusten van alle werkstress, om eens een boek te lezen of je witte wijn te nippen bij een vuurkorf, dan zijn ze van alle moderne gemakken voorzien en zou je er dus, in principe, ook permanent in kunnen wonen.
Verkassen we nu naar Ter Apel. Daar is het zo vol dat het gewoon niet meer te doen is, niet in het asielzoekerscentrum zelf, niet in de buurt, niet in de bus. Het is een borrelende heksenketel vol wanhoop, onverschilligheid, agressie, volharding, onvrede en haat.
Om te ontsnappen aan die sores – en bijvoorbeeld eens wat geluk te zoeken – zou je zo graag ergens willen bijkomen, in een pied-à-terre in de grote stad, een kek villaatje in het bos of een lief hutje op de hei. Je bent tenslotte de kommer en kwel in je thuisland ontvlucht omdat je leven op het spel stond, soms letterlijk, soms figuurlijk, maar altijd ontheemdend en altijd naar.
Stel, we zetten de deuren van al die leuke tweede huisjes open voor asielzoekers, die er een sociale huur voor betalen. Desnoods, als het echt niet anders kan, bieden we de eigenaren een ontwenningscompensatie aan, zoals we dat ook deden toen we de slavernij afschaften. Want als er iets beschermd dient te worden in een goed functionerende, moderne democratie, dan is het particulier bezit.
Als je alle nu in centra verpieterende asielzoekers hebt ondergebracht, durf ik te wedden dat er nog genoeg huisjes over zijn voor ‘onze eigen mensen’, die nu noodgedwongen bij hun ouders wonen en geen gezin kunnen stichten. Ook voor sociale huren, zodat ze dat gezin ook echt kunnen stichten, want ik heb me laten vertellen dat gezinnen stichten belangrijk is voor het overleven van onze cultuur.
Volgens de infographic van het ministerie zijn er op de markt verder 47.000 woningen vrij beschikbaar. Die kunnen dan verdeeld worden onder de jubeltonners, de dikke tweeverdieners en de gesubsidieerde expats.
Aanzuigende werking? Hoor ik iemand aanzuigende werking zeggen? Denk je echt dat je nog voor Nederland kiest als je op de vlucht bent? Volg je de politiek wel? Hou je de dingen wel een beetje bij?