‘Trek maar aan het touwtje en de lucht wordt fris…’

Kennen jullie hem nog, die reclameslogan voor een of ander busje met een of ander luchtje dat de onwelriekende odeur in het privaat, de natte hondenlucht in de leefkuil, of andere onplezierige geurtjes kon verdrijven door een trek aan het touwtje? En herinneren jullie je ook nog Terlouw’s touwtje uit de brievenbus?

Ik bespeur in mij een – toegegeven, nogal aandoenlijk – verlangen naar een touwtje uit elke brievenbus die de extreemrechtse meur die in de lucht hangt uitwist. Die zure, penetrante lucht zoals die uit een lang niet ververste kattenbak opstijgt, of uit de berm als daar een dood dier ligt te vergaan. Die lucht die als een walmende wolk over Nederland hangt. Ik wil geen luchtverfrisser die ons de muffe jarenvijfig nestlucht van het gezellige katjes in het donker knijpende katholieke dorp brengt, die geur die om de partij van Omtzigt hangt. En ook niet de milde zweetlucht die de veel te laat piekende Timmermans sinds zijn vlammende met emotie geladen verliezersspeech aankleeft. En vanzelfsprekend al helemaal niet de verschaalde bier en gestold bitterballenbakvet-ruft die rond de neo-liberalen hangt. Niet het aroma van opgekropte woede, van vergane glorie, onbereikbare ambities, blinde haat, maakt niet uit wie de tegenpartij van het moment is. 

Nee, ik wil een essentiële olie die geperst is uit onversneden Liefde. Niet die romantisch zoete pannenkoekenmetstroop- of wafelsmetsuikerlucht van de slijmerige romcomuithollywoodliefde, nee, ik wil de licht melancholieke geur van amor mundi, de liefde voor de wereld, van top tot teen, van steen tot wolkendek, voor alles wat leeft of leven mogelijk maakt. De damp die de walmende wolk die boven ons land hangt verdrijft, het ultieme menselijke parfum dat gewoon aardig zijn voor elkaar weer normaal maakt. Met een trek aan het touwtje dat uit elke brievenbus hangt.

volgen en delen kan:
onpost_follow
Share

Wij kunnen niet wachten

Nee we gaan niet zitten wachten.
Wachten is wat paljassen doen
tot het moment van de grande finale,
dan steken ze hun borst vooruit,
zetten hun schouders eronder, en rukken op.

Nee, wij wachten niet. Niet zoals de jager
lafhartig op zijn hoog plateau, die aanlegt, richt, 
en schiet met scherp op een graspol - men draagt
dat camouflagepak tenslotte niet voor niets.

Wij doen niet aan wachten. Wij nemen de donder 
voor lief, de regen een welkome sluier.
Wij gedijen op onraad, hoe smaller het pad
hoe groter de stappen. Wij bedaren niet
op een windvlaag, gaan niet liggen voor de storm.

Kleinduimpjes zijn we, op fluwelen slippers, 
vol dromen grootser dan de dageraad.
Wij benutten verkeken kansen,
spuiten slogans op luchtkastelen
en zeulen blijmoedig koffers ballast mee.

Tekst: Saskia Kunst/afbeelding: Athene 2015 


 

volgen en delen kan:
onpost_follow
Share