We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter N.
Nep
Nep is een heel nuttig woordje dat je voor heel veel andere woorden kan zetten om je ongenoegen te uiten. Een paar voorbeelden:
Nepparlement – dat gebruik je als je als politicus je zin niet krijgt omdat een meerderheid van je collega’s je idee wegstemmen.
Neprechter – gebruik je als je veroordeeld wordt voor een misdrijf – meestal opruiing – terwijl jij vindt dat je vrijheid van meningsuiting wordt aangetast. D’66 rechter is een eveneens gangbare, iets venijniger variant.
Nepvolk – te gebruiken voor een volk wiens bestaansrecht je wenst te ontkennen. Vaak gebruikt voor Palestijnen, maar ook goed bruikbaar voor andere al dan niet inheemse volken. Let op: NOOIT gebruiken voor joden, want dan zijn de rapen gaar (zie ook anti-antisemitisme)
Nepgenocide – kan je gebruiken als je volkerenmoord een vervelend bijproduct vindt van het onvervreemdbare recht tot zelfverdediging van een bevriende staat en/of bondgenoot.
Nooit meer is nu
Verwijst naar de Holocaust, en naar het antisemitisme dat door het ‘conflict’ tussen Israël en de Palestijnen weer oplaait in Nederland. Dat toegenomen antisemitisme komt door de nuttige idioten die heulen met terroristen, en niet willen inzien dat die ellendelingen van Hamas, die mensbeesten, begonnen zijn en Israël het volste recht heeft om zichtzelf te verdedigen. (Zie ook: nep)
Normaal
Normaal doen is wat een Nederlander definieert. Doorgedrongen tot in de mores van ons parlement, waar we een fractievoorzitter hoorde zeggen: ‘Doe normaal man’ en een ministerpresident hoorde terugzeggen: ‘Doe zelf normaal man’.
Normaal vinden we fijn. Normaal snappen we. Normaal is om zes uur warm eten. Normaal is pindakaas waar we allemaal groot mee geworden zijn. Normaal is met het bord op schoot sport op tv kijken. Normaal is net doen of je niet thuis bent als er tegen etenstijd wordt aangebeld. Normaal is zwaaien met een rood-wit-blauw vlaggetje als de koning en koningin in de buurt zijn. Normaal is stoer doen in de kroeg. Normaal is je ondergoed kopen bij de Hema. Normaal is geen kapsones hebben. Normaal is als fatsoen. Dat moet je doen. (Zie ook: Gewoon)