Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: H

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter H.

Huisdieren
Wij Nederlanders houden van onze huisdieren. Misschien wel meer dan van onze medemensen. Er zijn landgenoten die hun kat of hond liever zien dan hun man, vrouw of kinderen. Huisdieren zijn bijkans heilig. We hebben modelijnen voor honden, inclusief feestkleding; we kopen kipfilet met mais en kaas of zeevruchten met tonijn en zalm voor onze katten; er zijn krabkastelen en manden die elektrisch verwarmd kunnen worden voor onze geliefde harige huisgenoten. Niks is te gek. Voor al het andere niet-menselijke leven hebben wij Nederlanders een ingebakken minachting, want we zijn nou eenmaal de rentmeesters van de aarde, en daarmee zijn we boven de dieren gesteld.

Henk
De echte Nederlander. Getrouwd met Ingrid. Voorheen vooral woonachtig in Almere, nu steeds vaker ook te vinden op het platteland waar je nog gezellig onder ons kunt zijn. Henk is idealiter vader van een jongen en een meisje. Er staan bij Henk twee auto’s voor de deur, een terreinwagen voor hem en een boodschappenautootje voor moeder de vrouw. De belangrijkste zaken in het leven van Henk zijn koopkracht, ’s avonds een goed stuk vlees op tafel en elk jaar een vliegvakantie met het hele gezin naar de zon.
Mannen als Henk hebben dit land opgebouwd na de oorlog; hebben Nederland gemaakt tot wat het is. En daar zijn ze trots op.

Handelsgeest
Als er iets is wat ons Nederlanders in het bloed zit, is het handelsgeest. Wij verkopen alles als we er geld mee kunnen verdienen. Je ziet het in de zomer, in de betere buurten waar meisjes met vlechtjes glaasjes koud water verkopen of brakke knutseltjes voor een euro per stuk. Je ziet het op koningsdag, als iedereen het puin uit zijn garage, schuur of zolder aan de man probeert te brengen. Je ziet het ook in groter verband, waarbij we onze overschotten dumpen in ‘arme landen’ en zo de lokale economie kapot concurreren. Er zal vrije handel zijn, of er zal geen handel zijn. Het mooiste vinden we handelen in lucht, in derivaten, in polissen, in schuldbekentenissen, de glaasjes koud water van de handige jongens. Geld verdienen zonder er iets voor hoeven doen. Dat vinden we mooi.

volgen en delen kan:
onpost_follow
Share