Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: D

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter D.

Druk-druk-druk
Werken is de norm. Hoe drukker, hoe beter. Als je een baan hebt waarvoor je, zeg, 25 uur per week productief iets bijdraagt, roep je te pas en te onpas dat je zeker 50 uur per week werkt. Dan krijg je respect. Deeltijdwerken is iets voor ongeëmancipeerde prinsesjes, die nog steeds lekker leunen op een man. Let op: als vrouw economisch afhankelijk zijn van een man is binnen de Nederlandse cultuur een doodzone. Een echte vrouw kan het alleen (Zie ook: vrije jongen).
Heb je een bullshitjob? Nooit toegeven. Gewoon even druk-druk-druk doen als alle anderen.

Democratie
Wij Nederlanders geloven heilig in democratie, behalve als de verkiezingsuitslag niet naar onze zin is. Afhankelijk van de uitslag kankeren we dan of op de elitaire plucheplakkers van het kartel, of op het domme volk dat gewoon niet weet wat goed voor hen is.

Debat
Eigenlijk: het uitwisselen van argumenten en ideeën om zo het eigen inzicht te vergroten en tot betere menings- of besluitvorming te komen. Maar wij Nederlanders debatteren liever vanuit de onderbuik, het gaat om ons gevoel, en dat gevoel hoeft he-le-maal niet rationeel te zijn, het mag gebaseerd zijn op mythes, op vooringenomenheden, op ‘ik heb het horen zeggen op de tv’. Allemaal geaccepteerd in onze samenleving, zeker sinds de Tweede Kamer er het voortouw in neemt. Wij maken van ons hart geen moordkuil, wat we voelen, wat we ervaren, dat is de waarheid. En die is net zo waar als alle andere waarheden, zo niet waarder.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: C

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben. Vandaag: de letter C.

Crisis
Is er iets ook maar een beetje misgegaan, aan het misgaan of het zou kunnen misgaan: noem het crisis. Of het nou een kledingcrisis is (niks om aan te trekken naar de Gamma), een keukencrisis (de saus is blauw geworden van de touwtjes die je om de prei bond) of een asielcrisis (de opvang is wegbezuinigd en nu slapen mensen op het gras) noem het crisis en het is erg. En erg vraagt om drastische maatregelen, waarvoor je onvoorziene kosten mag maken (een hip trainingspak voor naar de gamma; een feestmaaltijd van Thuisbezorgd of de democratische rechtsstaat buiten spel zetten met crisiswetgeving of noodwet. Noem het crisis en je hebt de strijd al half gewonnen. (Let op: dit geldt alleen voor verzonnen crises. De echte crises: klimaat, wonen, zorg, pakken we niet aan, daar zijn we bezorgd over en daar werken we plannen voor uit.)

Consumeren
Innemen, wegmalen, schranzen, schrokken, slempen. Nederlanders houden ervan! We noemen het Bourgondisch, maar het is typisch Nederlands: niet verfijnd genieten, maar veel. Liever onbeperkt spareribs dan nouvelle cuisine, liever een meter bier in plaats van een exclusief likeurtje. Liever kermis dan concert, liever kerstmarkt dan nachtmis. Twee auto’s is beter dan een, en een beetje fietser heeft zeker drie modelletjes. Ik consumeer, dus ik ben. De hij die model staat voor onze culture standaard gaat liever dood dan dat hij voor de buren onderdoet. Daarom kijken we neer op die mafklappers die willen consuminderen. Meer is altijd beter.

Ciske
De rat. Ons eigen ettertje. Onze David Copperfield. Straatschoffie met een klein gouden hartje. Daar houden we van. Net als van Pietje Bell, van Bartje met z’n bruine bonen, zelfs van Gerrit, die steelt als de raven. Liefst gebracht als musical.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: B

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie. Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren. Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei. Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben. Vandaag: de letter B.

Belasting
Belasting is gif. Van onze belastingcenten hangt het werkschuw tuig de hele dag lekker op de bank. Van ons belastinggeld leven asielzoekers er goed van in luxe cruiseschepen en worden buitenlanders gepamperd. Terwijl wij, hardwerkende Nederlanders, steeds verder worden uitgeknepen. Maak je dit discours eigen, en je staat al met een half been in Nederlandse samenleving.

Bonuskaart
Om erbij te horen in Nederland is een bundeltje bonuskaarten in je portemonnee onontbeerlijk: met een bonuskaart krijg je korting, profiteer je van aanbiedingen en spaar je punten waardoor je eens in de zoveel tijd iets gratis krijgt. Nederlanders vinden afdingen in eigen land sneu. In het buitenland doen ze het veel en graag en stellen ze er een eer in zo weinig mogelijk te betalen voor hun souvenirs – sterker nog: weinig maakt een echte Nederlander zo sacherijnig als merken dat hij toch nog teveel heeft betaald voor zijn handgesneden giraffe uit de fabriek, of dat exclusieve houten masker van plastic.
In Nederland is afdingen geïnstitutionaliseerd: met twee voor de prijs van een, bonuspunten en extra kassakortingen. Daar worden Nederlanders blij van.

Beschuit met muisjes
Ga je op kraambezoek in Nederland, krijg je beschuit met muisjes. Muisjes zijn suikerbolletjes in een wit en blauw jasje bij een jongen, en roze en wit bij een meisje. Beschuiten zijn heel hardgebakken stukjes deeg die altijd breken voor je ze naar je mond hebt kunnen brengen. Het vergt oefening om een beschuit met muisjes te eten. Je krijgt er meestal geen bordje bij (want dat moet de kersverse pappa afwassen en daar heeft hij geen zin in), dus je zit met een hand vol kruimels en suiker waar je geen weg mee weet. (Tip: zoek een plantenbak of bloemenvaas).
Soms krijg je als man nog een sigaar en als vrouw een glaasje kandeel aangeboden, maar dat mag je tegenwoordig vriendelijk weigeren. De beschuit dus niet, die moet.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: A

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei. Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter A.

Aardappels
Nederlanders eten aardappels. Gekookt, gestampt, gebakken, als friet, als kroketten, als wedges (als we eens ‘iets aparts’ willen serveren). Laat je niet misleiden door Knorr wereldgerechten, Appie’s Indiase soeppakketten of de wraps met tonijnsalade, de aardappel is en blijft het hoofdbestanddeel van de traditionele Hollandse pot.

Anti-antisemitisme
In tegenstelling tot mensen die uit islamitische landen afkomstig zijn, zit anti-antisemitisme bij echte Nederlanders in hun DNA. Na de Tweede Wereldoorlog is het Nederlandse DNA ingrijpend gemuteerd, een proces dat halverwege de jaren ’60 merkbaar werd. Daarvoor hadden we weinig met ‘onze joden’ op. We sloten ze uit en keken in meerderheid lijdzaam weg toen eerst in Duitsland de joden werden opgejaagd, en hoe daarna, tijdens de bezetting, ‘onze joden’ werden afgevoerd naar hun dood. Maar nu, dankzij de DNA-mutatie, staan we als een muur om ‘onze joden’ heen, om hun manier van leven te beschermen. Want nooit meer is nu. (zie ook: N – Nooit meer is nu).

Antiautoritair
Nederlanders zijn er trots op dat ze zich niet storen aan wet of gebod. Vrijheid is het hoogste goed. Waar Nederlanders niet zo goed weg mee weten is dat de vrijheid die ze voor zichzelf claimen, ook zou moeten gelden voor anderen. Nieuwkomers bijvoorbeeld, hun ticket naar onze vrijheid is aanpassen, zo veel als mogelijk is worden zoals wij. Er bestaat tenslotte maar een echte definitie van vrijheid, en dat is de Westerse.