4 mei: ‘wij’ zijn twee minuten stil

Waarom wordt er zo ingewikkeld gedaan over 4 mei? Waarom wordt er zo’n nadruk gelegd op ‘wij zijn twee minuten stil’, zoals de nationale dominee Mirjam Bikker verordonneert alsof dat het elfde gebod is: ‘Gij zult twee minuten zwijgen op 4 mei en wel om 20.00 uur precies’.
Wie zijn die ‘wij’? Waarom breekt er paniek uit als ‘wij’ niet alleen gesanctioneerde slachtoffers van toen wensen te herdenken, maar ook slachtoffers van nu, de dood ingedreven vanwege vergelijkbare waandenkbeelden, uitsluiting en ontkenning?
Waarom vindt Frits Barend dat hem ‘iets wordt afgepakt’ als er 4 mei ook aandacht wordt gevraagd voor de slachtoffers van het mensonterende geweld dat de Israëlische regering en haar handlangers over Gaza en steeds meer ook over de Westbank uitstorten?

Waarom doet Wilders alsof hij tot op zijn atheïstische botten gekrenkt is als er op eerste paasdag voor Palestijnse rechten wordt gedemonstreerd, nota bene door moslims? Waarom is dat een ‘pure provocatie’, maar is het wel acceptabel als er in het Hebreeuws wordt gezongen en/of gespeecht op een steunbetuiging aan Israël?
Omdat ‘wij’ Israël steunen, ‘wij’ Israëls recht op zelfverdediging benadrukken, ook al leidt dat tot massamoord en Israël geen moeite heeft met het doden van kinderen, journalisten, artsen, hulpverleners.
‘Wij’ herdenken de joodse slachtoffers van de Holocaust, ‘wij’ gunnen de joden hun moment, ‘wij’ stellen onder geen enkele voorwaarde het bestaansrecht van Israël ter discussie.

Wij, als in wat Benedict Anderson1 de verbeelde gemeenschap noemt, de ‘wij’ in ‘wij Nederlanders’. Een geconstrueerd groepsgevoel, dat in stand gehouden moet worden, met een eenduidig gedeeld verleden, rituelen en – deels verzonnen2 – tradities als bindmiddel.
Om die ‘wij’ te definiëren is vanzelfsprekend ook een ‘zij’ nodig: in de context van deze 4 mei zijn dat de mensen die slachtofferschap wat breder zien dan ’wij’ toelaatbaar vinden: moslims, Palestijnenvrienden en Hamas-knuffelaars. Ook bekend als ‘tuig’.

Op 4 mei herdenken ‘wij’ onze doden. En volgens de verzonnen traditie van onze joods-christelijke waarden is daarin geen ruimte voor andere slachtoffers dan die van ons.
Omdat ‘we’ ons collectief tijdens de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, tijdens de oorlog en erna niet bepaald ondersteunend, beschermend en verwelkomend tegenover onze joodse medemensen hebben gedragen, moeten deze smetten op ons blazoen gecompenseerd worden door alle kritiek op de staat Israël de kop in te drukken.
Dat er Nederlandse politici zijn die openlijk beweren dat antisemitisme met de moslims ons land is binnengekomen, geeft vooral aan hoe ver ‘we’ willen gaan om onze verbeelde gemeenschap in stand te houden.

Daarin zijn we niet alleen. Ook in Israël werd een verbeelde gemeenschap tot stand gebracht. ‘Wij’ mogen denken dat Israël aan de joden gegeven is als veilige haven voor de slachtoffers van de Holocaust, maar net na de Tweede Wereldoorlog vond Ben Goerion dat zijn jonge land meer had aan zionistische strijders dan aan getraumatiseerde Holocaust overlevenden.
Door het Eichmannproces in 19613 , waarbij een van de hoofdverantwoordelijken voor de deportatie en massamoord op de Europese joden terechtstond in Jeruzalem, ging de Holocaust een prominentere plaats innemen als bouwsteen van de identiteit van Israëli’s. Na de Zesdaagse oorlog in 1967, die Israël op overtuigende wijze won, werd afgerekend met het ‘als makke schapen ter slachtbank-syndroom’; werd Israël tot een baken van westerse democratie in een zee van vijandigheid en kon de Holocaust, op aangeven van Amerikaanse joden4, zijn allesbepalende plaats innemen in de lijdensgeschiedenis van het joodse volk.

Het idee dat het zo vervolgde joodse volk als een krachtige, strijdbare Phoenix uit de as herrees in het heilige, beloofde land, gaf Israël ook in Nederland een mythische glans. Israël steunen werd een teken van westerse beschaving: we hadden onze les geleerd.
Het ‘nooit meer’ in relatie tot de Holocaust werd toegevoegd aan de ingrediënten van onze verbeelde gemeenschap. We vonden tradities uit als de Nationale Dodenherdenking op de Dam, waarbij de joodse slachtoffers van het naziregime een centrale plaats kregen5. Een jaarlijks ritueel dat ‘wij’ als natie, als volk, als verbeelde gemeenschap beleven.
‘Wij’ zijn twee minuten stil.

Maar nu, onder de loden last van een andere genocide, mede uitgevoerd door nazaten van de slachtoffers van de Holocaust en gretig ondersteund door onze regering, brokkelt dat ‘wij’ af. Er klinken andere stemmen. Stemmen die de hypocrisie niet accepteren. Die het een gotspe vinden dat omvolkingstheorie-aanhanger Martin Bosma namens ‘ons’ een krans legt op 4 mei. Die het onverteerbaar vinden dat ‘nooit meer’ alle betekenis verloren heeft als het niet ook over Palestijnen gaat, en niet willen herdenken in het gezelschap van medeplichtigen of willen luisteren naar een premier die ongeloofwaardigheid een nieuwe dimensie geeft.

De scheuren in de dominante, veilige, witte ‘zo doen wij dat in Nederland’ verbeelde gemeenschap die steeds zichtbaarder worden, veroorzaken ook het rumoer rond 4 mei.
‘Onze’ nationale identiteit, opgebouwd uit geschiedenis en brokjes mythe zoals een glorieus koloniaal- en verzetsverleden, dat ‘we’ toch niet wisten wat er met de joden in het Oosten gebeurde6, dat ‘we’ tolerant en vrijzinnig zijn, dat ‘we’ beschermend om ‘onze joden’ gaan staan en het antisemitisme van de nieuwkomers komt, wordt bevraagd, betwist en ontmaskerd.
Het dwangmatig vasthouden aan de valse illusie van een nationale identiteit (‘we zijn twee minuten stil’) roept weerstand op. Weerstand die wordt aangejaagd door de schandelijke houding van de Nederlandse regering ten opzichte van de genocide in Gaza.
Weerstand, omdat het lijkt alsof ‘we’ op 4 mei op de Dam niet zozeer de doden herdenken, maar kransen leggen bij de gekoesterde Nederlandse verbeelde gemeenschap ‘van vreemde smetten vrij’.

1. Benedict Anderson, Imagined Communities. Refections on the origine and spread of nationalism, 1983
2. Eric Hobsbawn, The invention of tradition, 1983 
3. Lees er Eichmann in Jeruzalem van Hannah Arendt op na.
4. Of, heftiger, De Holocaust-industrie. Bespiegelingen over de exploitatie van het joodse lijden van Norman Finkelstein (editie 2000).
5. Dat gebeurde echter pas in de jaren zestig. Daarvoor was er weinig aandacht voor de slachtoffers van de Holocaust, en werden vooral militairen en verzetsstrijders herdacht.
6. Bart van den Boom, Wij weten niets van hun lot. Gewone Nederlanders en de Holocaust, 2012

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: Z

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter Z.

Zelfontplooiing
Wij Nederlanders leren een leven lang. Wij zijn nooit klaar, wij zijn nooit af. Wij ontplooien ons van wieg tot graf. Het gaat er niet om dat we een overdaad aan kennis opdoen, maar dat we al ons potentieel verwezenlijken. Dus we moeten voortdurend op zoek naar verborgen talenten. Nieuwe ontdekkingen doen, innerlijke dan wel uitwendige bronnen aanboren, hobby’s uitproberen en er een gezond verenigingsleven op na houden. Meestal worden we zo moe van de gedachte alleen al dat we avond aan avond op de bank aan het netflixen zijn.

Zeiken
Lang, aanhoudend en vervelend over iets alsmaar doorgaan. Een van de favoriete bezigheden van de Nederlander. Ook: zaniken, zeuren, zuigen, klagen, kwijlen, kloten, mekkeren, mieren(neuken), donderjagen, klieren, zieken, drammen, jengelen, kankeren, zemelen, dreinen, kutkammen (ja, echt, sorry…) kwezelen, zagen, emmeren, temen. En omdat onze taal zo rijk is, kan zeiken ook urineren betekenen, maar dat gebuikt je alleen tegen vrienden in de kroeg of als je van nature grofgebekt bent.

Zakkenvuller
Pas op. Bij het woord zakkenvuller ben je misschien geneigd te denken aan representanten van het grootkapitaal of belastingontduikers, maar wij reserveren dit woord voor mensen, meestal mannen, die de publieke zaak dienen en meningen verkondigen waar we het niet mee eens zijn. Ook wel: plucheplakker, lid van het kartel, of, in extreme variant: dienaar van de reptielen die de wereld in het geheim besturen.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: Y

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter Y.

Y
De Y slaan we over, want we hebben niet veel woorden die beginnen met een Y die iets zeggen over onze normen en waarden. Yoghurt is zure melk, yoga is wel lekker maar niet inheems, en om nou over Yesilgoz te beginnen… Maar toch: laat haar een voorbeeld zijn van hoe het ook kan: integreren. Kijk naar haar, hoe ze haar hoofd scheef houdt als een verwend Goois meisje, hoe ze bijna zonder stemverheffing vals uit de hoek kan komen, hoe ze zich als een Jeanne d’Arc opwerpt ter bescherming van onze waarden en normen. Menig echte Nederlander kan daar een voorbeeld aan nemen! Petje af voor Dilan, zij flikt het gewoon.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: X

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter X.

Xantippe
Het lastige en humeurige stuk sacherijn waar Socrates mee getrouwd zou zijn. Veel mannen in Nederland identificeren zich hierdoor met Socrates. Niet dat ze iets van hem willen lezen of weten, filosofie is niet echt ‘hun ding’, maar de vrouw waar ze mee getrouwd zijn is, naast een leuk hebbeding, door de bank genomen ook gewoon lastig, veeleisend. Ze spreekt je tegen, ze heeft een eigen wil, ze wil je overhemden niet strijken en als je op zaterdag dan eens met je vrienden mag gaan stappen moet je op tijd thuis zijn omdat je zondag bij je schoonfamilie op de koffie moet.

Xenofobie
Dat je moet wennen aan iemand die anders is dan jij valt te begrijpen. Maar als die aanvankelijke onwennigheid tot een ziekelijke angst voor het vreemde muteert, heb je hulp nodig, omdat het je kan belemmeren in het sociale verkeer en de omgang met je medemens. Behalve als de vreemdeling van wie je niks moet hebben uit Afrika of het Midden-Oosten komt, dan kan je je angst gewoon overschreeuwen met gekanker over die gore etenslucht in het portiek, dat ze dieren slachten op het balkon, dat je verdomme niet eens met hun vrouw mag praten, ze je geen hand willen geven en dat ze er toch gewoon niet uitzien als een kerel in die jurken en die hoogwaterbroeken.

XTC
Wij Nederlanders lopen graag in de pas, vallen liever niet op (zie ook: Gewoon) Wij zijn van het opkroppen, zeker als het gaat om ergernis over een ‘boven ons geplaatste’, ontevredenheid met een situatie die we niet kunnen veranderen, een vriend/vriendin waar we op uitgekeken zijn maar met wie we net een huis hebben gekocht en waar we dus aan vast zitten. Om te voorkomen dat al die wrok en wraakzucht ons tot moordzucht drijft, slikken we graag pilletjes. En omdat we die pilletjes graag slikken, en er op het platteland op een normale manier haast geen ‘goedbelegde boterham’ meer te verdienen is, produceren we die pilletjes ook graag en veel.
Van het slikken van de pilletjes worden we zacht en lief, en van het produceren ervan worden we rijk. Win-win zou je denken, maar ja, het mag weer eens niet.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: W

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter W.

Windmolens
Waren windmolens vroeger abstracte spoken waar je tegen vocht, nu zijn het hoge, langgewiekte sta-in-de-weg ellendige uitzicht- en landschapverpesters, verzonnen door mensen met een obsessie voor zogenaamde klimaatverandering. Ze maken een rotherrie, en wat doe je als het een keertje niet waait? Moet je dan soms weer koken op een houtvuurtje of zo? Zolang er olie en gas in de grond zit, halen we dat eruit. Dat is toch normaal. Van die nieuwlichterij die alleen maar geld kost moeten we niks hebben.

Wegkijken
Wegkijken is foute boel. Het is een hobby van links: je moedwillig afkeren van dingen die je niet wilt zien. Zoals de mislukte integratie, dat de vreemdelingen onze oude volkswijken hebben overgenomen, dat onze frieterias en buurtcafes zijn verdwenen en er kebabtenten en koffieshops voor in de plaats zijn gekomen, dat de criminaliteit gewoon hoger is onder de allochtonen en ga zo maar door. Ze willen het gewoon niet zien.
En dan komen ze ons beschuldigen van wegkijken bij een genocide. Alsof een rechter al heeft gezegd dat het genocide is. Dan vraag je je toch af: sinds wanneer geldt het niet meer dat je onschuldig bent tot het tegendeel bewezen is. Ja toch?

Westoever
Eigenlijk: Judea en Samaria. Tweeduizend jaar geleden aan het joodse volk beloofd en sinds de joden daar weg moesten om de profetieën te vervullen, lag dat land braak. Pas toen onze joden er naartoe emigreerden nadat wij ze na de oorlog echt wel weer met open armen hadden willen opnemen, is die verweesde oever van de Jordaan tot bloei gekomen. Dus laat je niks wijsmaken: het land was, is en zal altijd van de joden zijn. En iedereen die anders durft te beweren is een antisemiet (zie ook anti-antisemitisme). Of een terrorist.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: V

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter V.

Volk
Iedereen minus de (linkse) elite. Altijd verlangend naar een sterke leider, die ervoor zorgt dat er ‘een goedbelegde boterham’ verdiend kan worden, dat er geen snelheidslimiet is op autowegen, dat er voor een schijntje met het hele gezin naar de zon kan worden gevlogen en dat het volk ‘zichzelf kan zijn’. Al het andere interesseert het volk geen ruk.

Vrije jongen
Wil je een doorgaan voor echte Nederlander, dan ben je een ‘vrije jongen’. Ook als je meisje bent, of je anders identificeert. De vrije jongen in de ultieme hardwerkende Nederlander: ondernemer, zelfstandige. Niks werkbriefjes, urenverantwoording, voortgangsgesprekken. Nee, een vrije jongen is vrij om te handelen, uit te buiten, onder te betalen en een beetje te sjoemelen – alles binnen de mazen van de wet, uiteraard.

VOC
VOC staat voor Verenigde Oostindische Compagnie, een koloniale handelsonderneming die met hun zeventiende eeuwse rooftochten in de Oost Nederland rijk heeft gemaakt.
De VOC is de trots van Nederland, het laat zien waar een klein land groot in kan zijn: het staat symbool voor de Nederlandse handelsgeest; de Nederlandse nieuwsgierigheid naar andere delen van de wereld als er iets te halen valt: specerijen, thee of slaven. Die nieuwsgierigheid ging gepaard met door superioriteitsgevoelens ingegeven veroveringsdrift, geweld en onderdrukking van de inlanders. Wij Nederlanders noemen het onze Gouden Eeuw.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: U

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter U.

Uitsluiten
Wij Nederlanders sluiten niemand uit. Wij krijgen gastvrijheid met de paplepel ingegoten. Net als tolerantie, dat zit gewoon in ons bloed. Dus als je onze normen en waarden adopteert en vol overtuiging deelt, als je onze taal binnen een jaar op tenminste B1 niveau spreekt en schrijft (iets wat voor een kleine 20% van de inheemse Nederlanders een brug te ver is, maar die zijn hier geboren en getogen, dus dan maakt het niet uit), als je een kerstboom in je huis zet en gewoon Pasen zegt in plaats van Lentefeest, zullen we je eerder insluiten dan uitsluiten.

Uitzetcentrum
Ook: vreemdelingendetentie. Wij Nederlanders houden het graag vriendelijk. Dus zeggen we uitzetcentrum in plaats van gevangenis, en noemen we opsluiten detentie – want dat is weer net een niveautje hoger dan B1, en dus niet direct begrijpelijk. (Zie: Uitsluiten). Daarom is het zo belangrijk om goed te weten welke normen en waarden onze normen en waarden zijn, zodat je je kunt aanpassen. Eet bijvoorbeeld zeker eens per week spuitjes als die in het seizoen zijn, wij Nederlanders houden van die lucht in het trapportaal. Draai Andre Hazes op vol volume, desnoods met oordoppen, en kijk regelmatig naar Vandaag Inside, zodat je kunt meepraten in de koffiecorner en op de markt. Dan weet je zeker dat je niet in zo’n uitzetcentrum terecht komt, dan ben je een van ons. Onze eigen vreemdeling.

Uitzwaaien
In beginsel een onschuldig fenomeen: het met je hand hoog in de lucht heen en weer bewegen als je vrienden of familie vertrekken na een bezoek vol gezelligheid, net zolang tot je ze niet meer kunt zien. Kan ook met een zakdoek in je hand, voor extra effect. Let op: er is ook een grimmiger variant: het uitzwaaien van mensen die je liever ziet gaan dan komen, meestal mensen van kleur die sowieso moeten opzouten naar hun eigen land. De uitgesproken politica Sylvana Simons kreeg zelfs een speciale pagina op sociale media, waar het neusje van de echte Nederlander-zalm haar aanspoorde om te vertrekken, een zogenaamde uitzwaaipagina. 

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: T

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter T.

Terrorist
Terrorist is een ander woord voor Hamas, Palestijn, pro-Palestina-activist, en mensen van buiten die een iets te lange onderzoekende blik op een echte Nederlander laten vallen.
Meestal slaat terrorist op mensen uit islamitische landen. Maar het is ook toepasbaar op klimaatactivisten, mensenrechtenactivisten, communisten en jongens op scootertjes die achter Maccabe-hooligans aan gaan. Let op: Het woord terrorist is NIET van toepassing op boeren die een snelweg blokkeren – dat zijn boze burgers – en ook niet op koranverbranders – die hebben vrijheid van meningsuiting – of neonazi’s/rechtsextremisten: als die laatstgenoemden iets uitvreten zijn het ‘lone wolves’.

Tuig
Ook: Tuig van de richel. Toepasbaar als typering op iedereen die je niet zint.

Traditie
Nederlanders houden van tradities. Sinds de ontkerkelijking gaan de meeste tradities niet zo diep, maar wordt er des te hartstochtelijker van gehouden: koek en zopie bij de ijsbaan (tegenwoordig een opgespoten weiland met een laagje ijs vanwege klimaatverandering, maar dat mag de pret niet drukken). Paasvuren tot in de hemel, met een vonkenregen die hele stadsdelen bedreigt. Karbietschieten, klootschieten. Ganzentrekken was een tijd populair, maar door de extremisten van de dierenbescherming mag dat niet meer. ‘Zoepen, toepen en op de prommen kroepen’ is wel nog een topper in de buitengebieden. En in Staphorst lopen er nog dames met gestippelde frockjes rond.
Om toeristen te paaien doen we alsof we op klompen lopen, altijd stroopwafels eten, gek zijn op poffertjes en ongeacht onze leeftijd met plastic eendjes in bad spelen. Maar dat zijn geen echte tradities.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: S

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter S.

SGP
Staatkundig Gereformeerde Partij. Vinden dat de man het hoofd is van de vrouw, en vinden dat helemaal niet raar. Houden sinds een tijdje publiekelijk heel veel van ‘onze joden’, terwijl de oprichter van de partij nog niks met joden te maken wilde hebben.
Van de SGP mag je best homo zijn, maar mag je het als man niet met een andere man ‘doen’. Over vrouwen hebben ze het in deze context niet.
Ondanks dat ook de aanhang van de SGP hoort bij ‘de volken van het boek’, hebben ze een hekel aan de islam, want moslims vinden dat vrouwen minder zijn dan mannen en moslims gooien homo’s van torens. En moslims houden ook nog eens niet van Israël, en de SGP houdt ongeveer nog meer van Israël dan dat ze van Nederland houden. En dat wil wat zeggen.

Sjoemelen
Wij houden van een beetje sjoemelen. Het is een sport om twee halen één betalen te doen zonder dat de buurtsuper een actie heeft. Het is tof om de belasting via een BV’tje hier en een dochteronderneminkje daar een poot uit te draaien. Bijna niks vinden we lekkerder dan een potje zwart geld achter de hand hebben. We vinden het geen doodzonde als een politicus een loopje neemt met de waarheid, of eens een bonnetje kwijtraakt, of een fotorolletje, of een miljoen ondeugdelijke mondkapjes afneemt. We doen een beetje moeilijk, maar eigenlijk vinden we het slim dat je alle mogelijkheden die je ter beschikking staan benut. Bekennen dat je gesjoemeld hebt, dat vinden we wel sneu. Dan stort je van je voetstuk. Dan ben je echt een loser.

Spreekkoren
Wanneer we lekker opgaand in een groep dingen kunnen roepen, ontpoppen we ons al dappere meedoeners: vanaf een voetbaltribune is het gevaarloos ‘joden, joden kankerjoden’ of ‘Hamas, Hamas, alle joden aan het gas’ roepen. Het is misschien niet aardig, maar in een groep kan je grenzen over die je in je eentje moet respecteren. En we bedoelen het niet zo kwaad.
Heb je geen vuurwerk voorhanden als er ergens een opvangcentrum voor asielzoekers wordt gepland: hef een spreekkoor aan, waarbij beledigingen altijd het best bekken. En heb je een vrouw tegenover je, is: ‘daar moet een piemel in’ een absolute klassieker.
Let op: niet proberen met de leus ‘from the river tot he sea, Palestine will be free’ want dat ligt gevoelig qua antisemitisme, en ook zoiets als ‘why are you in riot gear, I don’t see no riot here’ is tricky, want het daagt onze politie onnodig uit, en daar houden ze niet van. En wij ook niet.

Het Integratie Alfabet. Nederlandse waarden en normen van A tot Z. Vandaag: R

We zijn in verwarring. We dreigen verstrikt te raken in een identiteitscrisis die maar op een manier kan eindigen: collectieve depressie.
Dat moeten we voorkomen en daarom een kloeke handleiding over wat ons Nederlander maakt. Om op terug te vallen, aan te refereren en om van te leren.
Voor de nieuwkomers, zodat ze weten waar ze zich aan te houden hebben, en, misschien nog wel meer, voor de hardwerkende Nederlander met voeten en voorouders in de Hollandse klei, voor stadse plattelanders en stedelingen in hun villa’s op de hei.
Zodat we allemaal weer een beetje houvast hebben.
Vandaag: de letter R.

Rechtstaat
Een stelsel van wetten en regels die je op 1 A4-tje kunt samenvatten. Heb je het eenmaal opgeschreven en bekrachtigd met je handtekening, hoef je je er geen donder meer van aan te trekken.

Roddelen
Roddel, achterklap, kwaadsprekerij, achter iemands rug om lelijke halve waarheden en hele onwaarheden over iemand delen. Vinden we lekker om te doen. Minder lekker vinden we het als we zelf het onderwerp van roddel zijn, dan verweren we ons door de roddelaar voor gemeen en laaghartig uit te maken. (Achter zijn of haar rug om, dat spreekt).

Ruwe bolster, blanke pit
Ons eigen ettertje als hij is opgegroeid. (Zie ook: Ciske) Altijd een hij, uiteraard. Man van stavast. Jongen van de Wit. Heeft rollende bicepsen en laat die graag zien. Rijdt in een grote auto. Liefst een Hummer (NOOIT een Tesla). Heeft het liefst een blonde vrouw. Geblondeerd mag ook. Maar springt ook zo een gracht in om een verdrinkend katje te redden. Hij pinkt een traantje weg bij het kerstspel op de school van zijn oogappeltje. En hij is goed voor z’n moeder. Daarom houden we van hem.